Instellingen
• V liegtuigstand: schakel de Vliegtuigstand in om alle draadloze functies uit te schakelen. U kunt
alleen diensten gebruiken waarvoor geen netwerk vereist is.
Houd u aan de regelgeving verstrekt door de luchtvaartmaatschappij en de instructies
van het personeel in het vliegtuig. Als u het apparaat mag gebruiken, moet u het altijd
gebruiken in de vliegtuigstand.
• L ocatie: de instellingen voor machtigingen voor locatiegegevens wijzigen.
• M eer verbindingsinstellingen: hier kunt u instellingen aanpassen om andere functies aan te
sturen. Raadpleeg
Wi-Fi
Schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te krijgen tot
internet of andere netwerkapparaten.
Schakel Wi-Fi uit om de batterij te sparen wanneer u deze functie niet gebruikt.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen → Wi-Fi en tik vervolgens op de schakelaar om
deze functie in te schakelen.
2
Selecteer een netwerk in de lijst met Wi-Fi-netwerken.
Netwerken waarvoor een wachtwoord is vereist, worden weergegeven met een slotpictogram.
Geef het wachtwoord in en tik op VERBINDEN.
• W anneer het apparaat verbinding heeft gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, maakt het
elke keer opnieuw verbinding met dat netwerk als het beschikbaar is, zonder dat
een wachtwoord hoeft te worden opgegeven. Om te voorkomen dat het apparaat
automatisch verbinding maakt met het netwerk, selecteert u het in de lijst met
netwerken en tikt u op VERGETEN.
• A ls u geen verbinding met een Wi-Fi-netwerk kunt maken, start u de functie Wi-Fi van uw
apparaat of de draadloze router opnieuw.
Meer verbindingsinstellingen
voor meer informatie.
146