● De verbindingsdraad van de behuizingtypes AG0, AH0, AU0, AV0 en SITRANS TF van de
temperatuursensoren, serie TS500, moet worden geïnstalleerd voor permanente
bedrading en adequate bescherming tegen beschadiging.
● Als de temperatuur bij een invoerfitting hoger wordt dan 60 °C, moet u verbindingskabels
van het temperatuurbestendige type gebruiken.
● Als een aansluiting wordt gerealiseerd in de zone met explosiegevaar, moet de
verbindingskabel (niet-aangesloten verbindingseinde) van de behuizingtypes AG0, AH0,
AU0, AV0 en TF van de temperatuursensoren, serie TS500, worden aangesloten in een
behuizing die voldoet aan de eisen van een goedgekeurde beveiligingsklasse zoals
gespecificeerd in IEC/EN 60079-0, sectie 1.
● Alle modellen moeten binnen dompelhulzen worden gemonteerd die minimaal ontworpen
zijn voor hun toepassing.
● Als een SITRANS TS500 met beveiligingsklasse XP wordt gecombineerd met een
dompelhuls, overweeg dan de ASME PTC19.3 en een minimale wanddikte van 1 mm.
● Om zone 1 te scheiden van zone 2 in een explosieve zone, overweeg dan een wanddikte
van ≥ 1 mm met austenitisch staal. Houd bovendien rekening met de bestaande
procesvoorwaarden.
Als een dompelhuls correct en kort bij zone 0 is geïnstalleerd, moet de sensor die in deze
dompelhuls is geschroefd, minimaal goedkeuring voor zone 1 hebben.
● Voldoende sterke dompelhulzen moeten draadcontact van vijf volledige, met een sleutel
aangehaalde omwentelingen hebben.
● Opmerkingen hiertoe moeten in adequate vorm bij ieder apparaat worden gevoegd.
● Bevestigde of geïnstalleerde componenten (aansluitruimtes, bussen,
kabeldoorvoerfittingen, steekverbindingen) moeten in overeenstemming zijn met een
technische standaard die minimaal voldoet aan de specificaties op de
conformiteitsverklaring en er moet een afzonderlijke verklaring van EU-typeonderzoek voor
zijn afgegeven.
● Gebruik het apparaat om de temperatuur te meten volgens de technische gegevens voor
maximaal toegestane omgevingstemperaturen bij het aansluitgedeelte van de sensor. Zie
hoofdstuk Gasgevaarlijke omgeving: Ex d / XP (Pagina 52) en Stofgevaarlijke omgeving:
Ex i / IS / Ex tb / DIP (Pagina 54).
2.5.2
Voor SITRANS TSinsert/TS100/TS200/TS500
LET OP
Omgevingstemperatuur te hoog
Schade aan kabelmantel.
● Gebruik bij een omgevingstemperatuur ≥ 60 °C (140 °F) hittebestendige kabels die
TS100/TS200/TS300/TS500/TSinsert/TSthermowell
Beknopte bedieningshandleiding, 01/2018, A5E32897051-AD
2.5 Gebruik in brandvrije behuizingen 'd' en bescherming in behuizingen 'tb'
geschikt zijn voor een omgevingstemperatuur die ten minste 20 °C (36 °F) hoger ligt.
Veiligheidsvoorschriften
15