3.3.1 Mengtraject of damppluim "D"
Er is een bepaalde lengte nodig waarin, de stoom welke uit de verdeelpijp komt, opgenomen kan worden in de lucht.
Binnen deze afstand, ook wel het mengtraject genoemd, kan de stoom worden waargenomen als mist. Als een
obstakel zich binnen dit mengtraject bevindt kan er condensatie optreden. Om condensvorming te voorkomen dient
voor het plaatsen van de verdeelpijp de lengte van het mengtraject bepaald te worden.
3.3.2 Hoe bereken ik damppluim « D »
Om de damppluim te bepalen kan de bijgevoegde berekeningstabel worden gebruikt:
▪ RH1 = Relatieve vochtigheid in % vóór bevochtiging.
▪ RH2 = Relatieve vochtigheid in % ná bevochtiging.
▪ D mini = Minimale lengte mengtraject in meters (m).
Deze tabel is te gebruiken voor een luchttemperatuur tussen de 20°C en 25°C (Maximale luchtsnelheid 5m/s). Neem
voor berekende afstanden contact op met uw Devatec‐agent.
3.3.3 Minimale absorptie afstanden
De stoomverdeelpijp dient geplaatst te worden op de navolgende minimale afstanden.
Volg de richtlijnen afhankelijk van de configuratie van uw luchtbehandelingskast.
Fig. B 3‐3. Voor / achter ventilator
D
= Stoomverdeelpijp
ELECTROVAP
5
10
RV2 na [%]
40
0,9
0,8
50
1,1
1
60
1,4
1,3
70
1,8
1,7
80
2,3
2,2
90
3,5
3,4
D
RTH-HC
®
RV1 voor [%]
20
30
40
50
Minimum mengtraject "D" [m]
0,7
0,5
‐
0,9
0,8
0,5
1,2
1
0,8
0,5
1,5
1,4
1,2
2,1
1,9
1,7
1,5
3,2
2,9
2,7
2,4
Fig. C 3‐3. Voor / achter verwarmer/filter
1.5 x D
1.5 x D voor een hoog rendement filter
60
70
‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
1
0,7
‐
1,2
0,8
2,1
1,7
5 cm
13