7
Persoonlijke instellingen
7.1
Persoonlijke instellingen aanpassen
▸ Het display langer aanraken.
– Het startscherm wordt weergegeven.
▸
«Persoonlijke instellingen» selecteren en indien nodig met «OK» bevestigen (zie pa-
gina 14).
▸ De gewenste persoonlijke instelling selecteren.
– Het display toont het hoofdmenu van de gewenste persoonlijke instelling of een an-
der submenu met verdere persoonlijke instellingen.
▸ De gewenste instelling verrichten.
– De instelling wordt direct overgenomen.
▸ Om een submenu te verlaten,
▸
aantippen om de persoonlijke instellingen te verlaten.
Na een stroomonderbreking blijven alle persoonlijke instellingen behouden met uit-
zondering van de rustige modus.
7.2
Taal
De taal in het display kan worden gewijzigd. U heeft de keuze uit verschillende talen.
7.3
Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging dient het toevallig inschakelen van het toestel door kinderen te
voorkomen.
Als de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan het toestel alleen na invoer van een code
bediend worden. De code wordt tijdens het ontgrendelen in omgekeerde volgorde weer-
gegeven.
De kinderbeveiliging wordt altijd 1 minuut na het uitschakelen van het toestel geac-
tiveerd.
7.4
Display
Kleurenschema
Er kan een keuze worden gemaakt uit een licht en een donker kleurenschema voor het
display.
Helderheid
De helderheid van het display kan worden gewijzigd.
Achtergrondbeelden
De weergave van achtergrondbeelden en een textuur kan in- en uitgeschakeld worden.
Bij geactiveerde achtergrondbeelden wordt in de app-weergave op iedere pagina een
ander levensmiddel weergegeven.
7.5
Geluiden
Rustige modus
In de rustige modus werkt het toestel zo stil mogelijk. Alle tonen worden op het laagste
volume ingesteld. Deze instelling wordt gedeactiveerd als het toestel naar de EcoStand-
by-modus omschakelt. Als de rustige modus actief is, kan het volume van de meldings-
en signaaltonen niet worden gewijzigd.
aantippen.
7 Persoonlijke instellingen
37