4 Bediening
Verlichting van de gaarruimte inschakelen
▸ Functietoets
– De kleur van de functietoets
– De verlichting van de gaarruimte is ingeschakeld.
Verlichting van de gaarruimte uitschakelen
▸ Functietoets
– De kleur van de functietoets
– De verlichting van de gaarruimte is uitgeschakeld.
4.15
Displayvergrendeling
Deze functie blokkeert de invoer via het display, zodat het display bijvoorbeeld kan wor-
den gereinigd of de onbedoelde wijziging van waarden wordt voorkomen. Het toestel
blijft hierbij in bedrijf en meldingen worden nog steeds weergegeven.
Displayvergrendeling inschakelen
▸ Functietoets
– Op het display staat: «Activeren»
▸ «Activeren» aantippen.
– Op het display verschijnt
Displayvergrendeling uitschakelen
▸
ingedrukt houden.
– De displayvergrendeling is uitgeschakeld.
4.16
Rustige modus
In de rustige modus werkt het toestel zo stil mogelijk. Alle tonen worden op het laagste
volume ingesteld. De rustige modus kan worden in- en uitgeschakeld in de Persoonlijke
instellingen (zie pagina 37) en door een snelle toegang in de functiebalk.
Rustige modus inschakelen
▸ Balk van de functiebalk uitklappen.
▸ Functietoets
– De rustige modus wordt op het display weergegeven.
▸ Schakelaar «Rustige modus» aantippen.
– «Rustige modus» is ingeschakeld.
– In de functiebalken verandert de kleur van
Rustige modus uitschakelen
▸ Balk van de functiebalk uitklappen.
▸ Functietoets
– De rustige modus wordt op het display weergegeven.
▸ Schakelaar «Rustige modus» aantippen.
– «Rustige modus» is uitgeschakeld.
– In de functiebalken verandert de kleur van
24
«Verlichting» aantippen.
«Verlichting» aantippen.
«Displayvergrendeling» aantippen.
.
«Rustige modus» aantippen.
«Rustige modus» aantippen.
verandert in amber.
verandert in wit.
«Rustige modus» in amber.
«Rustige modus» in wit.