Tips en trucs
Het gebak is te licht
Het gebak is te donker
Het gebak in de bakvorm is ongelijkma-
tig bruin geworden
Het gebak op de bakplaat is ongelijkma-
tig bruin geworden
Het gebak is te droog.
Het gebak is van binnen te vochtig
Het gebak zakt in nadat u het uit de
oven heeft genomen.
De opgegeven baktijd is niet juist
Diepvriesproduct is na het bakken niet
overal gelijkmatig bruin geworden
Diepvriesproduct is niet bruin, niet knap-
perig of de opgegeven tijd is niet juist
Braden
:
Kans op letsel door gebruik van niet hittebestendige
schalen!
Gebruik alleen braadvormen die speciaal voor de oven
bestemd zijn.
Bij het braden met 2D Hetelucht 3 inschuifhoogte 2 niet
gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als
gevolg een slechter braadresultaat.
Open braden
Voor het open braden wordt een vorm zonder deksel gebruikt.
Giet zo nodig wat vloeistof in de braadvorm. Tijdens het braden
verdampt de vloeistof. Voeg zo nodig voorzichtig hete vloeistof
toe.
Keer het vlees bij het braden met boven- en onderwarmte %
om nadat ca. de helft of twee derde van de braadtijd verstreken
is.
Bakken in de braadslede
Tijdens het braden in de braadslede ontstaat braadsap. Dit
braadsap kunt u als basis voor een smakelijke saus gebruiken.
Bij het braden in de braadslede kunt u ook bijgerechten (bijv.
groenten) mee laten garen.
Bij kleinere stukken vlees kunt u in plaats van de braadslede
een kleinere braadvorm gebruiken. Plaats deze direct op het
rooster.
Vlees
Gehakt (van 500 g vlees)
Vis, heel (300 g)
Vis, heel (700 g)
* Stoofvlees gesloten braden
** bij een hoog gerecht inschuifhoogte 1 gebruiken
Inschuifhoogte en aanbevolen bakgerei controleren. De bakvorm op het rooster en niet
op de bakplaat plaatsen. Langere baktijd of hogere temperatuur aanhouden.
Inschuifhoogte controleren. Een kortere baktijd of lagere temperatuur aanhouden.
Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bakvorm niet direct voor de luchtuitlaat van
de achterwand van de binnenruimte plaatsen. Controleer of de bakvorm goed op het
rooster staat.
Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bij het bakken van klein gebak gelijke groot-
tes en diktes aanhouden.
Een kortere baktijd en een wat hogere temperatuur aanhouden.
Temperatuur verlagen Let op: baktijden kunnen door hogere temperaturen niet korter
worden (van buiten gaar, van binnen niet). Baktijd verlengen en het deeg langer laten rij-
zen. Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen.
Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen. Baktijd verlengen of de temperatuur
verlagen.
Controleer bij klein gebak de hoeveelheid op de bakplaat. Klein gebak mag elkaar niet
raken.
Wanneer diepvriesproducten na het voorbakken in ongelijke mate bruin zijn geworden
blijft dit zo na het bakken.
Verwijder voor het bakken het ijs van het diepvriesproduct. Gebruik geen sterk met ijs
bedekte diepvriesproducten.
2D Hetelucht 3
Inschuif-
hoogte
1
1
1
Gesloten braden
Voor het gesloten braden wordt een braadvorm met deksel
gebruikt. Gesloten braden is zeer geschikt voor stoofgerechten.
Braadtabel
De braadtijd en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, de
hoogte, de kwaliteit en het soort vlees.
In het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager
de temperatuur en des te langer de braadduur.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor het
braden zonder deksel. De waarden kunnen variëren, afhankelijk
van het soort en de hoeveelheid vlees en de braadvorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat het vlees na afloop van de braadtijd nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte. Bij de
opgegeven braadtijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven in de tabel gelden voor het inschuiven in de
onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast
komt.
Tempera-
Braadtijd in
tuur in °C
minuten
170 - 180
60 - 70
160 - 170
30 - 40
160 - 170
40 - 50
Boven- en
onderwarmte %
Inschuif-
Tempera-
hoogte
tuur in °C
2
200 - 210
2
180 - 200
2
180 - 200
47