Tabel 12. Opties van System Setup - menu System Logs (Systeemlogboeken)
System Logs (Systeemlogboeken)
BIOS Events
Thermal Events
Power Events
Tabel 13. Opties van System Setup - menu SupportAssist System Resolution
SupportAssist-systeemresolutie
Auto OS Recovery Threshold
SupportAssist OS Recovery
Systeem- en installatiewachtwoord
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
Type
Beschrijving
wachtwoord
System Password
Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te loggen.
(Systeemwachtwo
ord)
Installatiewachtw
Wachtwoord dat moet worden ingevuld voor toegang en het aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen
oord
van uw computer.
WAARSCHUWING:
De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de gegevens in uw computer.
WAARSCHUWING:
Iedereen heeft toegang tot de gegevens op uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld
wordt achtergelaten.
OPMERKING:
De wachtwoordfunctie is bij levering van uw computer uitgeschakeld.
Een systeem- en installatiewachtwoord toewijzen
U kunt alleen een nieuw Systeemwachtwoord instellen wanneer de status op Not Set (Niet ingesteld) staat.
Druk voor het openen van System setup na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer meteen op F2.
1. Selecteer in het scherm System BIOS (Systeem BIOS) of System Setup (Systeeminstallatie) de optie Security (Beveiliging)
en druk op Enter.
Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend.
2. Selecteer Systeemwachtwoord en maak een wachtwoord aan in het veld Enter the new password (Voer het nieuwe
wachtwoord in).
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
● Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
● Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
● Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
● Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, ("), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
3. Typ het wachtwoord dat u eerder hebt ingevoerd in het veld Bevestig nieuw wachtwoord en klik op OK.
4. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
5. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Toont BIOS-gebeurtenissen.
Toont thermische gebeurtenissen.
Toont gebeurtenissen met betrekking tot de voeding.
Hiermee kunt u automatisch opstarten voor SupportAssist System Resolution
Console en voor de Dell OS Recovery-tool ondersteunen.
Hiermee kunt u de opstartprocedure voor de tool SupportAssist OS Recovery in- of
uitschakelen in het geval van bepaalde systeemfouten.
Systeeminstellingen
87