Ga vervolgens net zo te werk
met het zwarte oog
minpool van de accu.
Klem daarna de accu weer aan
het voertuig.
Steek de afdekkap van de
verbindingskabel met ogen
over de contacten van de
verbindingskabel met ogen
Om kortsluiting te voorkomen,
moet u dat altijd doen, wanneer
u de oplader niet gebruikt.
Verwijder de afdekkap
verbindingskabel met ogen
voordat u gaat laden.
Verbind de uitgangskabel met
stekker
met de verbindings-
15
kabel met ogen
Sluit de stroomkabel
auto-acculader
stopcontact.
z Loskoppelen
Laden via accuklemmen stoppen:
Verbreek de verbinding
van het apparaat en het stroom-
circuit.
Haal de "–" pool snelcontact-
accuklem (zwart)
pool van de accu af.
Haal de "+" pool snelcontact-
accuklem (rood)
pool van de accu af.
Sluit de pluspool-aansluitkabel
van het voertuig weer aan op de
pluspool van de accu.
64
NL/BE
aan de
14
16
.
17
van de
16
,
17
.
17
van de
12
aan op het
1
van de "–"
21
van de "+"
19
Sluit de minpool-aansluitkabel
van het voertuig weer aan op de
minpool van de accu.
Laden via ogen stoppen:
Verbreek de verbinding van het
apparaat en het stroomcircuit.
Trek de stekker eruit die de
uitgangskabel met stekker
de verbindingskabel met ogen
verbindt.
17
Dek de contacten van de verbin-
dingskabel met ogen
bijgevoegde afdekkap van de
verbindingskabel met ogen
z Stand-by/accuspan-
ning meten
Na aansluiting op de stroomvoor-
ziening staat het apparaat in het
stand-bybedrijf. Het display werkt.
Als de aansluitklemmen zijn aange-
sloten, wordt de accuspanning op
het display (spanningsweergave
weergegeven. De segmenten van de
toestandsweergave
de gemeten spanning lager is dan 2
V, dan wordt de accu niet geladen.
z Detectie van de accu
Als een accu wordt aangesloten
met een spanning die hoger is dan
2 V, begint het laadproces na het
selecteren van het laadprogramma.
Er kunnen dus ook volledig ontladen
met
15
af met de
17
.
16
11
zijn leeg. Als
10
)