druppellading uit in een tegen
weersinvloeden beschermde
ruimte met goede ventilatie.
Controleer of er tijdens het
oplaadproces of het druppella-
den geen open licht (vlammen,
gloed of vonken) aanwezig is!
EXPLOSIE- EN
BRANDGEVAAR!
Zorg ervoor dat explosieve
of brandbare stoffen, bijv.
benzine of oplosmiddelen
tijdens het gebruik van de
auto- acculader, niet kunnen
worden ontstoken!
EXPLOSIEVE GASSEN!
Vermijd vlammen en vonken!
Zorg voor voldoende ventilatie
tijdens het laden.
Plaats de accu tijdens het laad-
proces op een goed geventi-
leerd oppervlak. Anders kan
het apparaat beschadigd
raken.
ONTPLOFFINGS-
GEVAAR!
Zorg ervoor dat de
pluspool-aansluitkabel
geen contact heeft met
een brandstofleiding (bijv.
benzine leiding)!
GEVAAR VOOR CHEMI-
SCHE BRANDWONDEN!
Bescherm uw ogen en huid
tegen chemische brandwon-
den veroorzaakt door zuur
(zwavelzuur) bij contact met
de accu!
Gebruik: zuurbestendige
veiligheidsbril, -kleding en
-handschoenen! Als ogen of
huid in contact komen met
zwavelzuur, dient u de betref-
fende lichaamsdelen met veel
stromend, schoon water af te
spoelen en direct een arts te
consulteren!
Vermijd een elektrische kortslui-
ting tijdens het aansluiten van
de auto-acculader op de accu.
Sluit de minpool-aansluitkabel
uitsluitend aan op de minpool
van de accu resp. op de car-
rosserie. Sluit de pluspool-aan-
sluitkabel uitsluitend aan op de
pluspool van de accu!
Controleer voor het aanslui-
ten op het stroomcircuit of de
stroom conform de voorschrif-
ten voorzien is van 230 V~
50 Hz, een 16 A-zekering en
een differentieelschakelaar
(aardlekschakelaar)! Anders
kan het apparaat beschadigd
raken.
Stel de auto-acculader niet
bloot aan vuur, hitte of lang
aanhoudende temperatuurin-
vloeden van meer dan 50 °C!
Bij hogere temperaturen daalt
automatisch het uitgangsver-
mogen van de auto-acculader.
59
NL/BE