Elektrische aansluiting
6.6 Hulpstroomkring aansluiten
De aansluitleidingen van de temperatuursensoren worden afhankelijk van de uitvoering naar
de hoofdaansluitkast of de secundaire aansluitkast geleid. Schakeling en toewijzing van de
klemmen vindt u in het hulpcontactschema.
Gevaar voor elektrische schokken
De isolatie van de temperatuursensoren voor het controleren van de wikkeling is aan de kant
van de wikkeling volgens de eisen aan de basisisolatie uitgevoerd. De aansluitingen van de
temperatuursensor zijn zodanig in de aansluitkast aangebracht dat ze niet kunnen worden
aangeraakt en beschikken niet over een veilige scheiding. Bij defecten kan daarom op de
meetsensorleiding gevaarlijke spanning staan, die bij aanraking dodelijk of zwaar lichamelijk
letsel en materiële schade kan veroorzaken.
● Neem bij het aansluiten van de temperatuursensoren op een externe
6.6.5
Afsluitende maatregelen
1. Controleer voor het sluiten van elke hulpaansluitkast of:
2. Sluit de hulpaansluitkast met het bijhorende deksel af. Het aanhaalmoment voor de
92
WAARSCHUWING
temperatuurbewaking indien nodig extra maatregelen waardoor aan de eisen van "Gevaar
door elektrische schokken" wordt voldaan, zie IEC 60664-1 resp. IEC 61800-5-1.
– de leidingen volgens het klemmenschema in de kast zijn aangesloten.
– De aansluitkabels zijn vrijliggend aangebracht en de leidingisolatie wordt niet
beschadigd.
– Het binnenste gedeelte van de kast schoon is en er geen leidingresten, vuil en vreemde
voorwerpen aanwezig zijn.
– de delen van de schroefverbindingen van de kabels goed zijn aangetrokken,
overeenkomen met de veiligheidsklasse, type kabellegging, toegestane leidingdiameter
etc. en volgens de voorschriften zijn gemonteerd;
– De schroefdraden in de aansluitplaat zijn met invoerstukken voor de kabels en leidingen;
schroefdraadadapters of sluitdoppen afgesloten die geschikt zijn voor de betrokken
beschermingsklasse.
– Eventueel ongebruikte invoerstukken zijn gesloten. De sluitelementen zijn goed
vastgeschroefd en kunnen uitsluitend met gereedschap worden losgemaakt.
– alle afdichtingen en afdichtingsvlakken van de aansluitkast volgens de voorschriften zijn
geconfigureerd;
– De klemschroeven van aanwezige schroefklemmen zijn vast aangetrokken, ook als ze
ongebruikt zijn.
bevestigingsschroeven van het deksel vindt u in het hoofdstuk "Aanhaalmomenten van
schroefverbindingen (Pagina 169)".
SIMOTICS FD 1LP1
Bedieningshandleiding 01/2019