Vaatwasmiddel en gebruik
van de afwasautomaat
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte dosering
van het vaatwasmiddel. Teveel vaatwasmiddel betekent niet
automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet
goed voor het milieu.
Aan de hand van de hoeveelheid vuil kan de dosering worden
aangepast m.b.v. een vaatwasmiddel in poeder- of in vloeibare
vorm.
Normaal gebruikt men voor een gemiddeld vuile was ca. 35 g.
(poeder), of 35 ml (vloeibaar). Als u wastabletten gebruikt, is
één voldoende.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis
vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Voor een juist wasresultaat dient u de instructies te volgen die
op de verpakking van het vaatwasmiddel staan.
Bij verdere vragen raden wij u aan de fabrikanten van
vaatwasmiddel te contacteren.
Om het wasmiddelbakje te openen, drukt u op het
openingsmechanisme "A"
Doe het vaatwasmiddel alleen in het droge bakje "B". Het
vaatwasmiddel dat nodig is voor de voorwas moet direct in de
vaatwasmachine worden geplaatst.
1.Doseer het vaatwasmiddel met behulp van de Programmatabel
om de juiste hoeveelheid te gebruiken.
In het kuipje B staat een niveau vermeld waar de maximum
hoeveelheid vloeibaar- of poedervaatwasmiddel voor elke cyclus
kan worden gegoten.
2. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van het
bakje en sluit het deksel met een klik.
3. Sluit het deksel van het wasmiddelbakje door het naar boven
toe te drukken, totdat het afsluitmechanisme op zijn plaats is.
Het wasmiddelbakje gaat automatisch op het juiste moment open,
aan de hand van het type programma.
Als u gecombineerde vaatwasmiddelen gebruikt, raden we u aan
de functie TABS te gebruiken, waarmee u het afwasprogramma
juist afstemt. Zo zult u altijd het beste was- en droogresultaat
bereiken.
Gebruik alleen een specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT vaatwasmiddel voor handmatig afwassen.
Bij overmatig gebruik van vaatwasmiddel kunnen aan het einde
van de wascyclus schuimresten achterblijven.
De beste was- en droogprestaties bereikt u alleen een combinatie
van vaatwasmiddel, vloeibaar glansmiddel en onthardingszout
te gebruiken.
We raden aan vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor
te gebruiken, omdat deze geschikter zijn voor het behoud
van het milieu.
Start de vaatwasser
1. Open de deur en druk op de ON-OFF toets.
2. Doseer het vaatwasmiddel. (zie vaatwasmiddel).
3. Laad de rekken (zie De rekken laden) .
4. Selecteer het programma aan de hand van het soort vaat en het
type vuil (zie de programmatabel) door op de toets P te drukken.
*
5. Selecteer de wasopties
. (zie Speciale programma's en
Opties) .
6. Start het programma door de deur te sluiten.
7. Het einde van de cyclus wordt aangegeven door enkele
geluidssignalen en het knipperen van het controlelampje van het
geselecteerde programma. Open de deur, schakel het apparaat
uit met de ON-OFF toets.
8. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt, om te
voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend
met het onderrek.
Om het energieverbruik te verminderen gaat de automaat,
wanneer hij voor langere tijd NIET gebruikt wordt, automatisch
uit.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de
dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Een reeds gestart programma wijzigen
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor
u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd
te drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat uit. Doe het
apparaat weer aan met de ON/OFF toets en selecteer het nieuwe
programma en de eventuele opties. Start de vaatwasser door
de deur te sluiten.
Overige vaat toevoegen
Zonder de vaatwasser uit te zetten opent u de deur. Pas op de
vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de vaatwasser. Sluit
de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom
terugkeert zal het worden hervat op het punt waar het werd
onderbroken.
*
Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
27