Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u
de elektronica van uw wasautomaat
aan uw specifieke wensen aanpas-
sen.
Deze programmeerfuncties kunt u
gelijk wanneer wijzigen.
Extra water
Met de programmeerfunctie Extra
water kunt u een van de drie opties
voor de toets Extra water vastleggen.
Instelling 1:
(toestand bij levering)
Het waterpeil wordt verhoogd tijdens
het wassen en tijdens het spoelen.
Instelling 2:
Een extra spoelgang wordt uitgevoerd.
Instelling 3:
Bij het wassen en spoelen wordt er
meer water gebruikt. Ook wordt er een
extra spoelbeurt ingelast.
Programmeren en opslaan gebeurt in
de stappen van A tot G.
De programmeerfuncties activeert u
met de toets Start en met de program-
makiezer. De toets Start en de pro-
grammakiezer hebben een verdoken
functie. Die is niet op het bedieningspa-
neel af te lezen.
56
Voorwaarde:
– De wasautomaat is uitgeschakeld.
– De wasautomaat is vergrendeld.
– De programmakiezer staat op Einde.
A Druk op de toets Start en hou die
tijdens de stappen B tot C inge-
drukt.
B Schakel de wasautomaat met de
K-toets in.
C Wacht tot het controlelampje van de
toets Start weer constant brandt. . .
B . . . en laat daarna de toets Start los.
E Draai de programmakiezer in de
stand Katoen 60°C:
Het controlelampje Inw./voorwassen
knippert 2 x kort na telkens twee secon-
den, omdat instelling 1 in de fabriek is
ingesteld.
F Telkens als u op de toets Start drukt,
kiest u een andere instelling.
Het controlelampje Inw./voorwassen:
– knippert 2x = Instelling 1
– knippert 3x = Instelling 2
– knippert 4x = Instelling 3
G Met de toets K de wasautomaat uit-
schakelen.
De toets Extra water is nu met de geko-
zen instelling voorzien. Die blijft zo lang
opgeslagen tot u een andere instelling
programmeert.