2.2
Geforceerde ventilatie of een lokale afzuiging gebruiken om de lasrook te
verwijderen.
2.3
Lasrook met een ventilator verwijderen.
3
Lasvonken kunnen een explosie of brand veroorzaken.
3.1
Brandbaar materiaal uit de buurt van het lasproces houden. Geen las-
werkzaamheden uitvoeren in de buurt van brandbaar materiaal.
3.2
Lasvonken kunnen leiden tot brand. Brandblusser gereedhouden. Er even-
tueel voor zorgen dat een opzichter klaarstaat die de brandblusser kan
bedienen.
3.3
Niet op vaten of gesloten accubehuizingen lassen.
4.
Lichtboogstralen kunnen de ogen verbranden en de huid beschadigen.
4.1
Hoofdbedekking en beschermbril dragen. Gehoorbescherming en hemds-
kraag met knoop dragen. Een lashelm met de juiste kleur gebruiken. Het
hele lichaam met geschikte beschermkleding bedekken.
5.
Voor werkzaamheden aan de machine of het lassen:
vertrouwd raken met het apparaat en de instructies lezen!
6.
De sticker met waarschuwingen niet verwijderen of overschilderen.
*
Bestelnummer van de fabrikant op de sticker
xx,xxxx,xxxx *
31