Instellingen; Elektrische Bijverwarming - Maximaal Vermogen; Vermogensstappen Van Het Elektrische Verwarmingselement; Vergrendeling Vermogen - Nibe F470 Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor F470:
- Gebruikershandleiding (88 pagina's) ,
- Handleiding voor installateur (80 pagina's) ,
- Startgids (7 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Instellingen
BT30
AA1-X3
AA1-SF2
AA1-X7
Elektrische bijverwarming - maximaal
vermogen
Het vermogen van het elektrische verwarmingselement
is onderverdeeld in stappen, zie de tabel.
Het maximale vermogen van de elektrische bijverwar-
ming wordt ingesteld in menu 5.1.12.
Bij schakelen van 3x400 V naar 1x230 V, is het elektrische
verwarmingselement beperkt tot 2 kW. Min. zekering-
waarde 16 A.
Vermogensstappen van het elektrische
verwarmingselement
3x400V koper
Elektrische
Max. (A) L1
bijverwar-
ming (kW)
0,0
6,3
2,0
6,3
3,7
6,3
4,6*
6,3
7,0
17,9
9,3
17,9
*Fabrieksinstelling
De tabel toont de max. fasestroom voor de betreffende
vermogenstrap voor de warmtepomp.
Indien er stroomsensoren zijn aangesloten, regelt de
warmtepomp de fasestromen en wijst deze automatisch
de elektrische stappen toe aan de minst geladen fase.
NIBE F470
Max. (A) L2
Max. (A) L3
-
-
-
8,7
7,3
8,7
8,4
11,6
7,3
11,6
8,4
20,3
3x400V roestvrij staal
Elektrische
Max. (A) L1
bijverwar-
ming (kW)
0,0
6,3
2,0
6,3
4,7
6,3
5,6*
6,3
8,0
17,9
10,3
17,9
*Fabrieksinstelling
De tabel toont de max. fasestroom voor de betreffende
vermogenstrap voor de warmtepomp.
Indien er stroomsensoren zijn aangesloten, regelt de
warmtepomp de fasestromen en wijst deze automatisch
de elektrische stappen toe aan de minst geladen fase.
3x230V
Elektrische
Max. (A) L1
bijverwar-
ming (kW)
0,0
4,5
2,0
4,5
4,7
14,4
6,7*
14,4
8,0
24,1
10,0
24,1
*Fabrieksinstelling
De tabel toont de max. fasestroom voor de betreffende
vermogenstrap voor de warmtepomp.
Indien er stroomsensoren zijn aangesloten, regelt de
warmtepomp de fasestromen en wijst deze automatisch
de elektrische stappen toe aan de minst geladen fase.
Vergrendeling vermogen
De F470 voldoet aan de geldende bouwvoorschriften
(BBR). Dit betekent dat de maximale vermogensafgifte
(maximaal geïnstalleerd elektrisch vermogen voor ver-
warming) in menu 5.1.13 kan worden vergrendeld. Om
de maximale vermogensafgifte dan te wijzigen, moeten
delen van het product worden vervangen.
Noodstand
Indien de warmtepomp is ingesteld op de noodstand
(SF1 is ingesteld op
), worden uitsluitend de meest
benodigde functies geactiveerd.
De compressor en ventilatoren staan uit en de verwar-
■
ming wordt geregeld door het elektrische verwarmings-
element.
De laadmonitor is niet aangesloten.
■
Hoofdstuk 5 |
Max. (A) L2
Max. (A) L3
-
-
-
8,7
11,6
8,7
11,6
11,6
11,6
11,6
12,7
20,3
Max. (A) L2
Max. (A) L3
4,5
-
11,6
8,7
11,6
17,6
20,0
25,3
24,1
20,1
31,6
28,0
Elektrische aansluitingen
27
Advertenties
Inhoudsopgave
