Voordat u begint
Brandstofvoorraad
Altijd bijvullen in een goed geventileerde ruimte. Vul geen
brandstof bij in een afgesloten ruimte.
Plaats het product en de bijvultank op de grond als u gaat bij-
vullen. Vul het product niet bij op een laadplatform van een
vrachtauto of op andere, soortgelijke plaatsen.
Wanneer u de brandstof bijvult, dient de brandstof onder het
schouderniveau aan de onderzijde van de vulhals van de
brandstoftank te blijven.
Er is een drukverschil tussen de brandstoftank en de buiten-
lucht. Wanneer u de brandstof bijvult, dient u de brandstof-
tankdop langzaam open te draaien om het drukverschil
geleidelijk op te heffen.
Veeg gemorste brandstof altijd op.
Ga ten minste 3 meter van de plaats staan waar u de brand-
1. Brandstoftank
2. Onderzijde vulhals
stof hebt bijgevuld, voordat u de motor aanzet.
Bewaar de bijvultank op een beschutte plaats en op een veili-
ge afstand van vuur.
17