5 Gebruik
5.1 Ingang-/aansluiting sonde
U kunt kiezen tussen de isokinetische sonde en de sonde voor de slangaansluiting. De isokinetische
sonde is voor het meten van de omgevingslucht. Om de sonde te gebruiken haalt u het
beschermkapje eraf en plaatst u de sonde op de aansluiting. Na het afronden van de metingen haalt
u de sonde er weer af en plaatst u het beschermkapje weer op de aansluiting, voor u het apparaat
terugplaatst in de opbergkoffer.
5.2 Nulfilter
Het nulfilter maakt de sensor schoon nadat u metingen heeft uitgevoerd in verontreinigde
omgevingen. Bovendien controleert het of de deeltjesteller elektrisch ruis opvangt. Voor het
gebruiken van het nulfilter:
1.
Haal de isokinetische sonde van het apparaat.
2.
Plaats het nulfilter op het apparaat met gebruik van de buis (er zit een buis in de plastic zak
waarin het nulfilter zit).
3.
Start de bemonstering.
4.
Wacht tot de teller geen enkel deeltje meer detecteert.
5.
Stop de bemonstering en verwijder het nulfilter.
Opmerking: Als de teller na 1 minuut bemonsteren nog steeds deeltjes detecteert, dient u contact op
te nemen met onze technische service.
5.3 In- en uitschakelen van het apparaat
Druk op de ON/OFF toets, om het apparaat in te schakelen. Om het apparaat uit te schakelen, houd u
de ON/OFF toets langer da 2 sec. ingedrukt.
Druk op de toets in ingeschakelde toestand, om de helderheid van het display in te stellen.
Na het inschakelen van het apparaat verschijnt het startscherm, waarin het versienummer en het
serienummer worden weergegeven:
GEBRUIKSAANWIJZING Deeltjesteller P311
Handheld Laser Particle Counter
Model
: P311
Version
: 1.00(00.00.00.00)
Serial Number : 000000
7