7 Systeeminstellin-
gen aanpassen
Pieptonen in- of uitschakelen
Telkens wanneer u op een knop drukt, geeft het
systeem een pieptoon. U kunt deze pieptoon
in- of uitschakelen.
1
Druk op MENU.
2
Druk herhaaldelijk op
wordt weergegeven.
3
Draai
om een instelling te selecteren:
• [BEEP ON]: de pieptoon inschakelen.
• [BEEP OFF]: de pieptoon uitschakelen.
Demomodus in-/uitschakelen
1
Druk op MENU.
2
Druk herhaaldelijk op
wordt weergegeven.
» De huidige demo-instelling wordt
weergegeven.
3
Draai
om een instelling te selecteren:
• [DEMO ON]: de demomodus
inschakelen. Wanneer het systeem
meer dan twee minuten inactief is,
worden alle functies weergegeven.
• [DEMO OFF]: de demomodus
uitschakelen.
Dimmer
1
Druk op MENU.
2
Druk herhaaldelijk op
[DIMMER] wordt weergegeven.
3
Draai
om een instelling te selecteren:
• [DIMM HIGH] (dimmer sterk)
• [DIMM LOW] (dimmer zwak)
18
NL
of
tot [BEEP]
of
tot [DEMO]
of
tot
Dance
U kunt het spectrum op het LCD-scherm in- of
uitschakelen.
1
Druk op MENU.
2
Druk herhaaldelijk op
[DANCE] wordt weergegeven.
3
Draai
om een instelling te selecteren:
• [DANCE ON]: het spectrum wordt
ingeschakeld.
• [DANCE OFF]: het spectrum wordt
uitgeschakeld.
Resetten
U kunt de standaardinstellingen van het systeem
herstellen.
1
Maak het voorpaneel los.
2
Druk met een balpen of vergelijkbaar
voorwerp op de resetknop.
» Aangepaste vooraf ingestelde
opties zoals voorkeuzezenders en
geluidsaanpassingen, worden gewist.
of
tot