LET OP!
Als het metaal tegen de wand van de binnenruimte aan
komt, ontstaan er vonken waardoor het apparaat be-
schadigd kan raken of de deurruit aan de binnenkant
kan worden aangetast.
Metalen voorwerpen, zoals een lepel in een glas,
▶
moeten minstens 2 cm van de wanden van de bin-
nenruimte en de binnenkant van de deur verwijderd
zijn.
Niet geschikt voor de magnetron
Vormen en accessoires
Vormen van metaal
Servies met goud- of zil-
verdecor
8.3 Vormen testen op hun
magnetronbestendigheid
Controleer m.b.v. een serviestest of vormen geschikt
zijn voor de magnetron. Het apparaat mag alleen bij
een serviestest met gebruik van de magnetronfunctie
zonder gerechten worden gebruikt.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderde-
len heet.
De hete onderdelen nooit aanraken.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
▶
De lege vorm in de binnenruimte plaatsen.
1.
Het apparaat gedurende ½ - 1 minuut op het maxi-
2.
male magnetronvermogen instellen.
In werking stellen.
3.
De vorm meerdere keren controleren:
4.
– Wanneer de vorm koud of handwarm is, dan is
deze geschikt voor de magnetron.
– Wanneer de vorm heet is of er vonken ontstaan,
dan de serviestest afbreken. De vorm is dan niet
geschikt voor de magnetron.
8.4 QuickStart
Druk op
.
1.
Start de werking met
2.
a Het vooringestelde magnetronvermogen wordt ge-
durende 1 minuut gestart.
Opmerking: De voorinstelling van het magnetronver-
mogen kunt u wijzigen in de basisinstellingen.
→ Pagina 85
Toelichting
Metaal laat geen micro-
golven door. De gerech-
ten warmen nauwelijks
op.
Microgolven kunnen
gouddecor en zilverdecor
beschadigen.
Tip: Wanneer door de fa-
brikant wordt gegaran-
deerd dat de vorm ge-
schikt is voor de magne-
tron, kunt u de vorm ge-
bruiken.
.
8.5 Magnetron instellen
Opmerking:
Zorg voor de juiste omgang met de magnetron:
¡ De veiligheidsaanwijzingen in acht nemen.
→ Pagina 72
¡ De aanwijzingen voor het vermijden van materiële
schade in acht nemen. → Pagina 74
¡ De aanwijzingen voor magnetronbestendige vormen
en accessoires in acht nemen.
Druk op "Magnetron".
1.
Druk op "Magnetron-vermogen".
2.
3.
Selecteer het gewenste magnetronvermogen.
Druk op
.
4.
Druk op "Tijdsduur".
5.
Stel met en de minuten in of selecteer een voorin-
6.
gestelde waarde op het display.
Druk op de seconden om de seconden in te stellen.
7.
Stel met en de seconden in of selecteer een voor-
8.
ingestelde waarde op het display.
Druk op
.
9.
Wanneer een uitgestelde werking is gewenst, stel
10.
deze dan in.
Druk op "Klaar om".
‒
Stel de gewenste tijd in.
‒
Bevestig met
.
‒
Het apparaat gaat automatisch aan en uit op de in-
gestelde tijd.
Start de werking met
11.
a Na het einde van de tijdsduur klinkt een signaal.
Tip: Om uw apparaat optimaal te gebruiken, kunt u
zich aan de informatie in de insteladviezen oriënteren.
→ "Zo lukt het", Pagina 89
8.6 Magnetronvermogen wijzigen
U kunt het magnetronvermogen tijdens het gebruik wij-
zigen.
Druk op
.
1.
Druk op "Magnetron-vermogen".
2.
Selecteer het gewenste magnetronvermogen.
3.
Druk op
.
4.
8.7 Tijdsduur wijzigen
U kunt de duur tijdens het gebruik wijzigen.
Druk op de ingestelde tijdsduur.
1.
Stel de gewenste tijdsduur in.
2.
3.
Druk op
.
8.8 Gerechten nagaren
Na het verstrijken van de tijdsduur kunt u een gerecht
nagaren.
Druk op "Voeg extra bereidingstijd toe".
1.
Stel de gewenste duur in.
2.
→ "Tijdsduur instellen", Pagina 83
Met
kunt u de ingestelde duur resetten.
Druk op
.
3.
Start de werking met
4.
8.9 Werking onderbreken
Open de apparaatdeur of druk op
1.
a De werking wordt onderbroken.
Magnetron nl
.
.
.
79