6.2 Bedieningslogica
6.2.1 Functie activeren / deactiveren
De volgende functies kunnen geactiveerd / gedeactiveerd
worden:
Symbool
Functie
Snelkoelen
Vakantiefunctie
x
Als functie actief is, werkt het apparaat met een hoger
vermogen. Hierdoor kunnen werkgeluiden van het apparaat
tijdelijk luider en het energieverbruik hoger zijn.
u Navigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot de gewenste wordt
weergegeven.
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
w Er klinkt een bevestigingstoon.
w Status wordt in het menu weergegeven.
w Functie is geactiveerd / gedeactiveerd.
6.2.2 Functiewaarde selecteren
Bij de volgende functies kan een waarde in het submenu
worden ingesteld:
Symbool
Functie
De temperatuur instellen
Apparaat in-/uitschakelen
u Navigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot de gewenste functie
wordt weergegeven.
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
u Met navigatiepijlen Fig. 5 (1) instellingswaarde selecteren.
De temperatuur instellen
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
w Er klinkt een bevestigingstoon.
w Status: geactiveerd Fig. 6 (1) wordt kort op het submenu ()
weergegeven.
w Display keert terug naar het menu.
6.2.3 Instelling activeren / deactiveren
De volgende instellingen kunnen geactiveerd / gedeacti‐
veerd worden:
Symbool
Instelling
Sabbat-modus
CareMode
Herinneringen
Resetten
2
Uitschakelen
u
Navigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot Instellingen
wordt weergegeven.
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
* afhankelijk van model en uitvoering
x
2
2
1
2
u Navigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot de gewenste instel‐
ling wordt weergegeven.
1
Instelling activeren (shortpress)
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
w Er klinkt een bevestigingstoon.
w Status wordt in het menu weergegeven.
w Instelling is geactiveerd/gedeactiveerd.
2
Instelling activeren (longpress)
u Bevestigen Fig. 5 (2) 3 seconden lang indrukken.
w Er klinkt een bevestigingstoon.
w Status wordt in het menu weergegeven.
w Display wordt gewijzigd.
6.2.4 Instellingswaarde selecteren
Bij de volgende instellingen kan een waarde in het submenu
worden ingesteld:
Symbool
Instellingen
Helderheid
Deuralarm
Temp.eenheid
u
Navigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot Instellingen
wordt weergegeven.
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
u Navigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot de gewenste instel‐
ling wordt weergegeven.
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
u Met navigatiepijlen Fig. 5 (1) instellingswaarde selecteren.
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
w Er klinkt een bevestigingstoon.
w Status wordt kort op het submenu weergegeven.
w Display keert terug naar het menu.
6.2.5 Klantenmenu oproepen
De volgende instellingen kunnen in het klantenmenu worden
opgeroepen:
Symbool
Functie
ColdFresh
FreezerLevel
*
Softwareversie
u
Navigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot Instellingen
wordt weergegeven.
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
u Herhaaldelijk op de navigatiepijlen Fig. 5 (1) drukken
tot de informatie over het apparaat
verschijnt.
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
u Cijfercode 151 invoeren.
u De desbetreffende positie van het in te voeren nummer
knippert. Met de pijlen naast het display kunt u de
gewenste waarde selecteren en bevestigen. Na bevesti‐
ging springt de invoer naar de volgende positie.
w Het klantmenu verschijnt.
Bediening
1
1
*
op het display
9