Geluiden
Mogelijke
oorzaak
Trilling
Ongeschikte
inbouw
Klapperen
Uitrusting,
Voorwerpen
aan
de
binnenkant
van
het
apparaat
Probleem
Oorzaak
→ Het apparaat is niet ingeschakeld.
Het apparaat werkt
niet.
→ De netstekker zit niet correct in het
stopcontact.
→ De zekering van de netstekker is
niet in orde.
→ Stroomuitval
→ De apparaatstekker is niet correct
in het apparaat gestoken.
→ De apparaatdeur is niet correct
Temperatuur is
gesloten.
niet voldoende
koud.
→ De be- en ontluchting is niet toerei‐
kend.
→ De omgevingstemperatuur is te
hoog.
→ Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
→ De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
→ Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
→ Het apparaat werd niet correct in
de nis ingebouwd.
→ Het
Het deurrubber is
vervangen. Er kan zonder gereed‐
defect of moet om
schap
een andere reden
worden geplaatst.
worden vervangen.
→ Het deurrubber kan uit de groef
Het apparaat
geschoven zijn.
is bevroren
of er heeft
zich condenswater
gevormd.
* afhankelijk van model en uitvoering
Type geluid
Oplossen
Foutgeluid
Inbouw
controleren.
Apparaat
uitlijnen.
Foutgeluid
Uitrustings‐
delen beves‐
tigen.
Afstand
tussen
de
voorwerpen
laten.
deurrubber
kan
worden
een
nieuw
deurrubber
9.3 Technische storing
Uw apparaat is zo geconstrueerd en gemaakt dat de func‐
tionele veiligheid en een lange levensduur gegarandeerd
zijn. Mocht er tijdens het bedrijf toch een storing optreden,
controleer dan a.u.b. of de storing te wijten is aan een
bedieningsfout. In dat geval moet u tijdens de garantiepe‐
riode de ontstane kosten zelf betalen.
De volgende storingen kunt u zelf oplossen.
9.3.1 Apparaatfunctie
Oplossing
u Apparaat inschakelen.
u De netstekker controleren.
u Zekering controleren.
u Apparaat gesloten houden.
u Levensmiddelen beschermen: Koelaccu's boven op de
levensmiddelen leggen of een decentrale vrieskast
gebruiken als de stroomuitval langer duurt.
u Ontdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
u Apparaatstekker controleren.
u Apparaat sluiten.
u Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u Probleemoplossing: (zie 1.3 Toepassingsgebied van het
apparaat) .
u Afwachten of de vereiste temperatuur vanzelf terug‐
keert. Als dit niet gebeurt, contact opnemen met de
klantenservice. (zie 9.4 Klantenservice)
u Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24
uur.
u Verander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
u Controleer of het apparaat correct werd ingebouwd en
de deur goed sluit.
u Contact opnemen met de klantenservice. (zie 9.4 Klan‐
tenservice)
u Het deurrubber op een correcte passing in de groef
controleren.
Klantenhulp
19