Bediening
u In het klantenmenu drukt u herhaaldelijk op de navigatie‐
pijlen Fig. 5 (1) totdat de gewenste instelling verschijnt.
1
waarde kiezen
u Bevestigen Fig. 5 (2) indrukken.
w Er klinkt een bevestigingstoon.
w Status wordt kort op het display weergegeven.
w Display keert terug naar het menu.
2
Instelling activeren
u Bevestigen Fig. 5 (2) 3 seconden lang indrukken.
w Er klinkt een bevestigingstoon.
w Status wordt op het display weergegeven.
w Symbool knippert zolang het apparaat werkt.
6.3 Apparaatfuncties
Apparaat uitschakelen
Deze instelling maakt het mogelijk om het complete appa‐
raat uit te schakelen.
Complete apparaat uitschakelen
Fig. 7
u Activeren / deactiveren (zie 6.2 Bedieningslogica) .
w Gedeactiveerd: Display wordt zwart.
Temperatuur
Met deze functie stelt u de temperatuur in.
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-
hoe vaak de deur wordt geopend
hoe lang de deur geopend blijft
-
de ruimtetemperatuur op de plaats van opstelling
-
-
type, temperatuur en hoeveelheid van de levensmiddelen
Temperatuurzone
Koelgedeelte
ColdFresh
10
Aanbevolen instelling
5 °C
(zie Temperatuur in de ColdFresh
instellen)
Temperatuur instellen in het koelgedeelte
Fig. 8
u Stappen volgens de afbeelding uitvoeren.
w Temperatuur is ingesteld.
Temperatuur in de ColdFresh instellen
De temperatuur stelt u in via de ColdFresh-waarde
het klantmenu.
Temperatuureenheid
Met deze instelling kan tussen de temperatuureenheden
Celsius - Fahrenheit worden gewisseld.
Instelling selecteren
u Waarde instellen (zie 6.2 Bedieningslogica) .
ColdFresh-Value
De temperatuur in de ColdFresh is bij levering ingesteld op
5. De statusindicatie op het display toont de bijhorende
temperatuurinstelling in de ColdFresh.
U kunt deze waarde iets wijzigen, als dit door hogere of
lagere omgevingstemperatuur nodig is. Bij de instelling van
de waarde in acht nemen:
Waarde Beschrijving
1
laagste temperatuur
1-4
De temperatuur kan onder 0 °C dalen, waardoor
de levensmiddelen snel kunnen bevriezen.
5
vooraf ingestelde temperatuur
9
hoogste temperatuur
ColdFresh-Value
Instelling kiezen
u Waarde instellen in het klantenmenu (zie 6.2 Bedienings‐
logica) .
FreezerLevel*
Met het FreezerLevel kan het 4*-vak iets warmer of kouder
worden ingesteld.*
Het FreezerLevel is standaard ingesteld op 5.*
Bij alle waarden lager dan 6 wordt het 4*-vak kouder. Bij alle
waarden hoger dan 5 wordt het 4*-vak warmer.*
Instelling kiezen*
u Waarde instellen in het klantenmenu (zie 6.2 Bedienings‐
logica) .
* afhankelijk van model en uitvoering
in