Om krassen op de maaier te voorkomen, plaatst u golfkarton of een soortgelijke bekleding tussen het
bovenste en onderste stuur en de motor.
Gebruik vanwege het gewicht van de maaier oprijplaten of zoek hulp bij het optillen of laden van de
maaier.
d. Onderhoud van de
maaier
Maaisysteem
Controleer voor en na elke maaibeurt of het mes, de bevestigingsbouten en de aandrijfas niet
beschadigd of overmatig versleten zijn. Probeer nooit een verbogen mes recht te zetten. Vervang een
beschadigd, versleten of verbogen mes zo snel mogelijk. Gebruik alleen originele onderdelen.
Overmatige trillingen tijdens het maaien zijn een goede indicatie van een probleem met het
maaisysteem.
WAARSCHUWING: Trillingen van een verbogen of beschadigd mes kunnen kostbare schade aan de
maaier veroorzaken. Werken met een overmatig versleten mes verspilt brandstof en kan leiden tot
letsel als het mes losraakt van de machine.
Het mes slijpen
Laat voor de beste maairesultaten de randen minstens eenmaal per jaar slijpen en het mes balanceren
door een gespecialiseerde dealer of agent.
Bougie
Controleer de bougie eerst na de eerste vijf gebruiksuren van de maaier. Daarna moet de bougie om de
25 uur worden onderhouden.
Verwijder de bougiedop met een draaiende beweging en verwijder vervolgens de bougie met de
bijgeleverde sleutel.
Verwijder eventuele koolaanslag met een koperborstel en controleer de elektrodenafstand met een
voelermaat. Plaats en draai de onderhouden bougie terug en plaats de dop terug.
Als de bougie versleten of beschadigd is, vervang deze dan door een nieuwe bougie van hetzelfde of een
voor de motor geschikt type.
Luchtfilter
Een luchtfilter in slechte staat vermindert de prestaties en de levensduur van de motor en maakt hem
moeilijker te starten. Een regelmatige controle is dus essentieel, vooral wanneer u de maaier in stoffige
omstandigheden gebruikt.
Controleer en reinig het luchtfilter om de 25 uur of vaker als de motor in een stoffige omgeving wordt
gebruikt.
Verwijder het deksel van de luchtkast en verwijder voorzichtig het schuimfilterelement. Reinig het
patroon in een bakje warm water met enkele druppels afwasmiddel tot het perfect schoon is en vrij van
alle sporen van vet en stof. Spoel het filterpatroon in schoon water en knijp het voorzichtig uit om het
meeste water te verwijderen. Laat het aan de lucht drogen tot het volledig droog is.
WAARSCHUWING: Reinig het schuimpatroon nooit in benzine, terpentine of andere oplosmiddelen.
Deze producten zullen het filterpatroon aantasten.
Maak het deksel en de binnenkant van de luchtkast schoon met een schone pluisvrije doek. Breng met
een kwast een gelijkmatige laag olie aan op de buitenkant van het patroonfilter (u kunt hiervoor schone
motorolie gebruiken). Plaats het filterpatroon in zijn behuizing en plaats het deksel van de luchtkast
terug. Als het filterpatroon beschadigd of erg vuil is, vervang het dan door een origineel onderdeel.
WAARSCHUWING: Verdraai het patroon niet om schuim te reinigen, want dan kunt u het beschadigen.
Deze maaier is uitgerust met een dubbel filtratiesysteem bestaande uit een schuimvoorfilter en een
patroonfilterpapier.
Het onderhoud van een schuimvoorfilter is identiek aan dat van een schuimpatroonfilter, zoals
hierboven beschreven. Het patroonfilterpapier moet met een stofzuiger worden gereinigd. Als het vuil is
of verontreinigd met olie of benzine, moet het worden vervangen.
Maak het deksel en de binnenkant van de luchtkast schoon met een schone doek. Breng een dunne
laag olie gelijkmatig aan op de buitenkant van het patroonfilter met een borstel (u kunt hiervoor schone
motorolie gebruiken). Plaats het filterpatroon terug in zijn behuizing en plaats vervolgens het deksel van
de luchtkast terug, waarbij u erop let dat elk onderdeel op zijn plaats zit en goed geïnstalleerd is.
Afstellen van de transmissiekabel
In de stand waarin de transmissie is ingeschakeld, is de hendel van de maaier volledig naar de handgreep
gedrukt. Een onjuist afgestelde transmissiekabel kan voortijdige slijtage van het aandrijfsysteem van de
maaier veroorzaken.
Als de versnellingskabel te strak gespannen is, zal het moeilijk zijn de versnellingshendel naar het stuur
te bewegen. Omgekeerd, als de versnellingskabel niet strak genoeg zit, zal de transmissie slecht
functioneren en te weinig vermogen hebben.
20