b. Voor gebruik
• Controleer de toestand van de machine, of er geen schade of storingen zijn. Bij problemen de machine
niet gebruiken en inspecteren.
• Controleer of de boorstang goed gemonteerd is.
• Controleer het brandstofvolume. Tank altijd voordat u de machine gebruikt. Gebruik de machine nooit
met weinig of geen brandstof.
• Controleer de werkruimte; verwijder alle obstakels, materialen en voorwerpen die gevaar kunnen
opleveren en een ongeluk kunnen veroorzaken.
• Beveilig de werkruimte door markeringen aan te brengen om toeschouwers te waarschuwen voor
bestaande potentiële risico's.
c. Gebruik
• Houd de boor verticaal. Plaats de staaf tegen de grond.
• Zet de schakelaar op ON.
• Druk meerdere keren op de aanzuigpomp.
• Zet de chokehendel in de uit-stand.
• Trek meerdere keren aan de lanceerkabel
• Zet de chokehendel op ON, trek aan de startkabel eenheid de motor start.
• Houd de boor vast door de handgreep en de hoofdhandgreep vast te pakken.
• Voer de snelheid geleidelijk op door de veiligheidsschakelaar ingedrukt te houden en vervolgens de
versnellingshendel over te halen. Oefen enige neerwaartse kracht uit.
09