In /uitschakelaars
Stand
þ
Nulstand
8
Ontstekingsstand
Instelbereik
De oven
Functiekeuzeknop
Stand
þ
Nulstand
% Boven en onderwarmte
<
3D hetelucht*
6
Pizzastand
$ Onderwarmte
Met de vier in /uitschakelaars stelt u het
verwarmingsvermogen van de afzonderlijke
kookzones in.
Functie/Gaskookzones
Uit
Ontstekingsstand
Grote vlam = hoogste vermogen
Spaarvlam = laagste vermogen
Aan het einde van het instelbereik bevindt zich een
aanslag. Niet verder draaien.
U stelt de oven in met de functiekeuzeknop en de
temperatuurkeuzeknop.
Met de functiekeuzeknop stelt u de
verwarmingsmethode voor de oven in.
U kunt de functiekeuzeknop naar rechts of links
draaien.
Gebruik
De oven is uitgeschakeld.
Voor taart en gebak, ovenschotels en magere braadstukken,
bijv. rund of wild, op één niveau.
De hitte komt gelijkmatig van boven en van beneden.
Voor taart en gebak op één tot drie niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde
verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de oven.
Snelle bereiding van diepvriesproducten zonder
voorverwarmen, bijv. pizza's, patates frites of strudel.
Het onderste verwarmingselement en het ronde
verwarmingselement aan de achterwand zijn ingeschakeld.
Inkoken en nabakken of roosteren.
De hitte komt van onderen.
19