Instelbereik: van 0 tot +10.
OFF
OFF
Afbeelding 115
TailOut (uitloop) levert extra warmte in de las zonder
vergroting van de booglengte of het druppelformaat.
Hogere tailout-waarden verbeteren het vloeien
en kunnen een hogere werksnelheid opleveren.
Instelbereik: van 0 tot +10.
OFF
OFF
Afbeelding 116
Achtergrondstroom stelt de totale warmte-inbreng in de
las bij. Wanneer de achtergrondstroom wordt gewijzigd,
verandert ook de vorm van het lasbad. 100 % CO2
vereist minder achtergrondstroom dan wanneer er met
gemengde beschermgassen wordt gelast.
Opmerking: Het bereik hangt af van de stroombron.
10
10A
Afbeelding 117
Nederlands
10.0
A
A
10.0
A
190
A
Piekstroom regelt de booglengte, wat ook de vorm van
de grondlaag beïnvloedt. Wanneer er 100 % CO2 wordt
gebruikt, wordt de piekstroom hoger dan wanneer er met
gemengde beschermgassen wordt gelast. Bij CO2 is
een langere booglengte nodig om spatten te beperken.
Opmerking: Het bereik hangt af van de stroombron.
14
14A
UltimArc™ – bij pulslassen wordt de focus of vorm van
een boog aangepast. Bij een verhoogde UltimArc™-
regelwaarde wordt de boog strak, stijf voor het lassen
van plaatmetaal bij hoge snelheid.
Instelbereik: van -10 tot +10
In de fabrieksinstellingen staat UltimArc™ uit.
-10.0
OFF
A
1
1. UltimArc™-regeling -10,0: Lage frequentie, Breed.
2. UltimArc™-regeling UIT: Middelhoge frequentie
en breedte.
3. UltimArc™-regeling '+10,0': Hoge frequentie,
Gefocust.
30
A
Afbeelding 118
10.0
OFF
Afbeelding 119
2
3
Afbeelding 120
Nederlands
546