3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1
2
3
5
4
10
3
2
1
Bedieningspaneel
1
Knop voor verwarmingsfuncties
2
Display
3
Bedieningsknop
4
Opening voor de voedselsensor
5
Verwarmingselement
6
Lamp
7
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Het apparaat in- en uitschakelen
Het apparaat inschakelen:
1. Druk op de knoppen. De knoppen komen
eruit.
2. Draai aan de knop om de
verwarmingsfuncties te selecteren.
3. Draai de regelknop om het in te stellen.
Draai de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uit-stand om het apparaat uit te
schakelen
.
4.2 Overzicht bedieningspaneel
Druk op de knop om timerfuncties in te
stellen.
Houd ingedrukt om de functie in te
stellen: Snel opwarmen.
Druk op de knop om het lampje van
het apparaat in en uit te schakelen.
8
NEDERLANDS
4
5
6
7
8
9
Ventilator
8
Inschuifrails, verwijderbaar
9
Inzetniveaus
10
3.2 Accessoires
• Bakrooster
Voor taartblikken, overschalen,
geroosterde gerechten, kookgerei/
gerechten.
• Bakplaat
Voor vochtige taarten, gebakken
producten, brood, grote braadstukken,
bevroren maaltijden en om druppelende
vloeistoffen op te vangen, bijv. vet bij het
roosteren van voedsel op het bakrooster.
• Grill-/braadpan
Om te bakken en braden of als pan om vet
in op te vangen.
• Voedselsensor
Om het koken te regelen op basis van de
temperatuur in het voedsel.
Druk om de kerntemperatuur van het
voedsel in te stellen met: Voedselsen‐
sor
Druk op om de selectie te bevestigen.
4.3 Indicatielampjes op de display
Display met toetsfuncties.
Het apparaat is vergrendeld.
Submenu: Kook- En Bakassistent.