BEDIENING
Bedieningspaneel
● Na het aansluiten van de kookplaat gaan alle indicatoren kort branden. De kookplaat is
klaar voor gebruik.
● De kookplaat is uitgerust met elektronische tiptoetsen die worden ingeschakeld door ze
met de vinger minimaal 1 seconde aan te raken.
● Bij iedere aanraking van een tiptoets hoort u een geluid.
Plaats geen voorwerpen op de oppervlakten van de tiptoetsen (dit kan leiden
tot een foutmelding) en houd de toetsen goed schoon.
Inschakelen van de kookplaat
Raak de tiptoets in-/uitschakelen (4) gedurende minimaal 1 seconde met de vinger aan. De
kookplaat is actief als op alle indicatoren het „-" of „--" oplicht.
Als u binnen 60 seconden geen van de tiptoetsen bedient, dan schakelt de kook-
plaat weer uit.
Inschakelen van de kookzone
Schakel de gewenste kookzone (1) in, binnen 60 seconden na het aanzetten van de kookplaat
met de tiptoets (4).
1. Na aanraking van de tiptoets van de gewenste kookzone (1) verschijnt op de bijbehorende
indicator voor het vermogensniveau het duidelijk verlichte symbool „5".
2. U kunt nu het gewenste verwarmingsniveau instellen met de tiptoetsen „+" (2) of „-" (2).
Als u binnen 60 seconden geen van de tiptoetsen bedient, dan schakelt de ko-
okzone weer uit.
De kookzone is actief als op alle displays een cijfer of letter oplicht. Dit betekent dat
de kookzone klaar is om het verwarmingsniveau in te stellen.
Instellen van het vermogensniveau voor verwarming van de
inductiekookzone
Zolang de „0" helder oplicht op de kookzoneindicator (3) kunt u het gewenste vermogensniveau
voor verwarming instellen met behulp van de tiptoetsen „+" (2) en „-" (2).
1
3
2
5
38
1
4