Programmeerfuncties
Programmeerfunctie bewerken
en opslaan
U kunt een programmeerfunctie in- of
uitschakelen of verschillende opties kie-
zen.
Door het aanraken van de sensor-
toets of schakelt u de program-
meerfunctie in/uit of kiest u een op-
tie:
Programmeerfunctie
Mogelijke keuze
= kan worden gekozen
= fabrieksinstelling
Bevestig uw keuze met de sensor-
toets Start/Trommel bijvullen.
Nu brandt weer het nummer van de pro-
grammeerfunctie: bijv. .
80
–
Programmeerniveau verlaten
Draai de keuzeschakelaar op .
De gekozen variant is nu ingesteld en
blijft dat totdat een andere variant wordt
gekozen en ingesteld.
Zoemer
De zoemer geeft aan, dat het program-
ma beëindigd is.
Selectie
= De zoemer is uitgeschakeld
= Zoemer is ingeschakeld met de
geluidssterkte normaal
= Zoemer is ingeschakeld met de
geluidssterkte hard (fabrieksin-
stelling)
Toetssignaal
Als u de sensortoetsen aanraakt, klinkt
er een geluidssignaal.
Keuze
= Het toetssignaal is uitgescha-
keld
= Toetssignaal is ingeschakeld
met de geluidssterkte normaal
(fabrieksinstelling)
= Toetssignaal is ingeschakeld
met de geluidssterkte hard