instellingenscherm
INSTELLINGEN
Via het netwerk kunt u de basisgegevens voor de camera, voor video en audio, voor netwerkgebeurtenissen en
het systeem instellen.
1. Klik op het live-scherm op de knop [Menu (
2. Klik op de menulijst op het tabblad [Instellingen (
3. Het instellingenscherm verschijnt.
BASIC-INSTELLINGEN
Videoprofiel
1. Selecteer in het Instellingenmenu het <Basic (
2. Klik op <Videoprofiel>.
3. Stel <Megapixelmodus> in.
Als u de modusselectie wijzigt, wordt u in een bericht
gevraagd om het initialiseren van video-instellingen te
bevestigen.
Klik op de knop [OK] het wijzigen van de video-instellingen.
De volgende instellingen worden respectievelijk in de 9MB-
modus en de 12MB-modus opgeslagen.
(Audio & video: video-instellingen/audio-instellingen/camera-
instellingen/focusinstellingen, Gebeurtenis: temperen detectie/
automatische detectie/Onscherptedetectie (bewegings- en
bewegingstijdinstellingen worden niet gewijzigd.))
Bij het wijzigen van de instellingen van een 9MB-modus naar een
`
J
12MB-modus, wordt het browservenster automatisch gesloten en de
camera opnieuw opgestart. Probeer later te openen.
4. Stel de <Verbindingsbeleid videoprofiel> in.
• Verbinding behouden wanneer profielinstelling wordt gewijzigd: Output maakt gebruik van dezelfde
instellingen, zelfs wanneer de instellingen van het actieve profiel worden gewijzigd.
Wanneer deze optie niet is geselecteerd en u een profiel wijzigt die door een bestaande verbinding
wordt gebruikt, wordt de desbetreffende verbinding gereset.
5. Selecteer alle profieleigenschappen.
Voor meer details, zie "Een video profiel toevoegen/wijzigen". (pagina 36)
6. Selecteer het type vissenoogweergave.
• Vissenoogweergave : Het vervormde originele vissenoogbeeld wordt weergegeven zonder correctie.
• Afvlakweergave : Het vervormde originele beeld wordt gecorrigeerd en weergegeven in een gesplitst
scherm of in een panoramische weergave.
- Viervoudige weergave : 4 schermen die specifiek zijn gecorrigeerd naar het menselijke zichtveld
worden tegelijkertijd weergegeven.
U kunt een van de beelden in het gesplitste scherm selecteren om het beeld omhoog, omlaag, links of
rechts te verplaatsen, of de weergave in- en uit te zoomen. Beschikbaar in zowel plafond- als muurmodus.
)].
)].
)> tabblad.
- Dubbel panorama : Het beeld van een gebied van 360˚ wordt gecorrigeerd op vervorming en
getoond in een panoramische weergave op een verticaal gesplitst scherm. Alleen beschikbaar in
plafondmodus.
De DPTZ-functie op het tabblad [Monitoring] wordt echter niet ondersteund.
- Enkel panorama : Het beeld van een gebied van 360˚ graden wordt gecorrigeerd op vervorming en
getoond in een panoramische muurweergave.
De DPTZ-functie op het tabblad [Monitoring] wordt echter niet ondersteund. Alleen beschikbaar in
muurmodus.
7. Selecteer een profieltype.
Het contextmenu kan afwijken, afhankelijk van het geselecteerde codectype.
`
• Standaardprofiel: Als u de Webviewer gebruikt en er geen profiel is geselecteerd, wordt het standaard
videoprofiel toegepast.
• Profiel e-mail/FTP: videoprofiel dat moet worden overgezet naar de opgegeven e-mail- of FTP-locatie.
Alleen de MJPEG-codec kan worden ingesteld als het e-mail/FTP-profiel.
`
• Opnameprofiel : Dit is het profiel dat wordt toegepast op video-opname.
8. Selecteer of u al dan niet audio aan de video wilt toevoegen.
Vink het <Audio-In> selectievakje aan en u kunt audio aan de video toevoegen.
9. Stel op basis van uw situatie de ATC-modus (Auto Transmit Control) in.
• ATC-modus : Hiermee worden de video-eigenschappen
aangepast volgens de verschillen in de netwerkbandbreedte,
waarmee de bitsnelheid wordt bepaald. De bitsnelheid
regelen hangt af van de ATC-modus.
- Framesnelheid bepalen : Verminder de framesnelheid als de
netwerkbandbreedte daalt.
- Compressie bepalen : Bepaal de compressienelheid als de netwerkbandbreedte daalt.
De compressieregeling kan leiden tot verslechtering van de beeldkwaliteit.
- Gebeurtenis(MD) : Geactiveerd wanneer de bewegingsdetectie (MD) gebeurtenis is ingesteld. De
beeldfrequentie wordt aangepast wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt.
Als er geen beweging gedetecteerd wordt in de omgeving, wordt het minimale aantal beelden
uitgezonden om het gebruik van de bandwijdte te sparen.
Indien <Bitrate-besturing> op <CBR> is ingesteld, wordt de coderingprioriteit volgens de ATC-modus als volgt bepaald:
`
Bitrate-besturing / ATC-modus
Framesnelheid bepalen
CBR
Compressie
• ATC-gevoeligheid : Bepaal de overdrachtsnelheid volgens de verschillen in de netwerkbandbreedte.
De overdrachtsnelheid wordt op het hoogste niveau ingesteld indien de bandbreedte <Zeer hoog> is en
op het laagste niveau indien de bandbreedte <Zeer laag> is.
• ATC-limiet : Indien de kwaliteit of de framesnelheid aangepast wordt, wordt de eigenschap gewijzigd in
de toegepaste waarde (%) tegenover de vorige instelwaarde (100%).
Let op, als u de waarde van de eigenschap te veel verlaagt, kan het scherm gaan flikkeren. Het is dus
aan te raden om de waarde binnen de grenzen te regelen.
U kunt de ATC-bediening het beste alleen toepassen voor camera's die ATC ondersteunen.
`
J
Stel de ATC-gevoeligheid in op <Zeer laag> in een netwerkomgeving met grote verschillen in de netwerkbandbreedte.
`
Indien de netwerkverbinding onstabiel is, kan het scherm flikkeren.
`
10. Klik wanneer u klaar bent op [Toepassen].
Compressie bepalen
Gebeurtenis(MD)
Beeldsnelheid
Beeldsnelheid
Nederlands _35