Vloeistof in de verlichting of in de be-
dieningselementen kan gevaarlijk
zijn.
Het afwaswater mag niet in de ver-
▶
lichting of in de bedieningselemen-
ten terechtkomen.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen kun-
nen de oppervlakken van het appa-
raat beschadigen.
Geen harde schuur- of afwas-
▶
sponsjes gebruiken.
Geen scherpe of schurende reini-
▶
gingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende reini-
▶
gingsmiddelen gebruiken.
Wanneer vloeistof in het afvoergat
komt, kan de verdampingsschaal
overstromen.
Het sop mag niet in het afvoergat
▶
komen.
Wanneer u uitrustingsdelen en acces-
soires in de vaatwasser reinigt, kun-
nen deze vervormen of verkleuren.
Nooit uitrustingsdelen en accessoi-
▶
res in de vaatwasser reinigen.
Apparaat voorbereiden voor reini-
1.
ging. → Pagina 70
Het apparaat, de uitrustingsdelen,
2.
de accessoires en de deurafdich-
tingen met een vaatdoek, lauw wa-
ter en een beetje pH-neutraal af-
wasmiddel reinigen.
Met een zachte, droge doek gron-
3.
dig nadrogen.
De uitrustingsdelen plaatsen.
4.
Het apparaat elektrisch aansluiten.
5.
Reiniging en onderhoud nl
12.3 De dooiwatergoot en het
afvoergat reinigen.
Reinig de dooiwatergoot en het af-
voergat regelmatig, om ervoor te zor-
gen dat het dooiwater kan weglopen.
Reinig de dooiwatergoot en het af-
▶
voergat voorzichtig, bijv. met een
wattenstaafje.
→ Fig.
6
12.4 Onderdelen eruit halen
Neem wanneer u de uitrustingsdelen
grondig wilt reinigen deze uit het ap-
paraat.
Flessenrek verwijderen
Het flessenrek aan de achterkant
▶
iets optillen
→ Fig.
7
en er uitnemen
.
71