g019276
1. Veer
3. Herhaal deze procedure bij de andere veer.
Draaihoogte van hefarm
afstellen
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem
in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. De schakelaar van de hefarm bevindt zich onder de
hydraulische tank achter de hefarm rechts voor
35).
3. Draai de bevestigingsschroeven van de schakelaar los
(Figuur
35) en zet de schakelaar lager om de draaihoogte
van de hefarm te verhogen of hoger om de draaihoogte
te verlagen. Draai de bevestigingsschroeven vast.
1. Schakelaar
De machine duwen of slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden bewogen
door de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp in
werking te stellen en de machine te duwen of te slepen.
1
2
Figuur 34
2. Actuator van veer
Figuur 35
2. Sensor van hefarm
Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan
3–4,8 km per uur duwen of slepen omdat anders de
transmissie kan worden beschadigd. De omloopklep
moet open zijn als de machine wordt geduwd of gesleept.
1. De omloopklep bevindt zich links van de hydrostaat
(Figuur
te openen en de olie inwendig om te laten leiden.
Omdat de vloeistof wordt omgeleid, kan de machine
worden voortbewogen zonder dat de transmissie wordt
beschadigd.
(Figuur
1. Omloopklep
2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de
klep met een torsie van maximaal 7-11 N·m.
Belangrijk: Als u de motor laat lopen met
een geopende omloopklep, zal de transmissie
oververhit raken.
Bevestigingspunten
•
Voor – de opening in het rechthoekige blok, onder de
asbuis, aan de binnenzijde van beide voorwielen
37).
34
36). Draai de bout 1–1/2 slag om deze
Figuur 36
(Figuur