1
g027209
Figuur 16
maaideklocatie nr. 2, links achteraan
1. Tussenschotbeugel
2. Extra flensmoer
6
Afstelling van de
gazoncompensatieveer
Geen onderdelen vereist
Procedure
De gazoncompensatieveer
gewicht van de voorste naar de achterste rol wordt verplaatst.
(Dit voorkomt dat er een golfpatroon in de grasmat ontstaat,
ook wel bekend als 'bobbing'.)
Belangrijk: Stel de veer af als het maaidek is
gemonteerd aan de tractie-eenheid, recht naar voren
wijst en is neergelaten op de vloer van de werkplaats.
1. Monteer de borgpen in de achterste opening in de
veerstang
(Figuur
17).
2
3. Connectorplaat
(Figuur
17) zorgt ervoor dat het
3
1. Gazoncompensatieveer
2. Borgpen
2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van
de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte
veer 12,7 cm bedraagt op de maaidekken van 12,7 cm
of 15,9 cm op de maaidekken van 17,8 cm
Opmerking: Als u werkt op oneffen terrein, moet
de veer 13 mm korter zijn. De machine zal het
grondoppervlak iets minder goed volgen.
7
EU-conforme motorkapslui-
ting monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Motorkapsluiting
1
Ring
Procedure
1. Ontgrendel en open de motorkap.
2. Verwijder de rubberen ring uit de opening in de
linkerkant van de motorkap
18
Figuur 17
3. Veerstang
4. Zeskantige moeren
(Figuur
(Figuur
18).
17).