Figuur 77
•
Als motorstoring
CHECK ENGINE SPN
3720
CHECK ENGINE SPN
3720
16 op het InfoCenter
SPN
FMI
verschijnt, maak het roetfilter dan schoon zoals
hieronder beschreven:
Figuur 78
1.
Zie het hoofdstuk over de motor in de
Onderhoudshandleiding voor informatie
over de demontage en montage van de
dieseloxidatiekatalysator (DOC) en roetfilter
van het DPF.
2.
Neem contact op met uw erkende Toro
distributeur voor vervangingsonderdelen of
onderhoud van de dieseloxidatiekatalysator
(DOC) en het roetfilter.
3.
Neem contact op met uw erkende Toro
distributeur voor een reset van de ECU van
de motor na montage van een schoon DPF.
g213865
3251
0,
FMI
0, of
FMI
CHECK ENGINE
(Figuur
78)
g214715
g213864
g213863
Onderhoud
brandstofsysteem
Onderhoud van
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen
uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of
explosie van brandstof kan brandwonden of
materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een
afgezette of koude motor bijvullen.
Eventueel gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul
de brandstoftank totdat het peil 6 mm tot
13 mm van de onderkant van de vulbuis
staat. Dit geeft de brandstof in de tank
ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg dat de
dop op zijn plaats blijft.
Brandstoftank
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren
De brandstoftank moet om de 800 bedrijfsuren worden
afgetapt en gereinigd. Ook moet de tank worden
afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem
vervuild raakt of wanneer de machine voor langere
tijd gestald gaat worden. Gebruik schone brandstof
om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en
-verbindingen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen
om de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste
periode moet worden aangehouden. Controleer
deze op slijtage, beschadigingen of loszittende
verbindingen.
57