•
Als de machine in de grond vastloopt moet u de
looprichting van de ketting omkeren. Als de ketting
vrij is keert u de looprichting weer om en gaat u
door met het graven van de sleuf.
•
Als de gegraven sleuf schoner moet zijn dan
mogelijk is met de sleuvengraver kunt u bij uw
dealer een veeghulpstuk ('crumber') aanschaffen.
Dit hulpstuk wordt op de graafkop gemonteerd en
veegt de sleuf tijdens het graven.
•
Om betere sleuven met een diepte van minder dan
61 cm te krijgen kunt u het beste de graafarm van
61 cm gebruiken.
•
Gebruik de juiste ketting voor de betreffende
grondsoort, zie onderstaande tabel:
Grondsoort
Zand
Zanderig leem/leem/lemige
klei
Natte, klevende klei
Harde grond: droge klei en
verdichte grond
Rotsachtige grond/grind
Na gebruik
Veiligheid na het werk
•
Parkeer de machine op een egale ondergrond,
schakel de hydrauliek van de sleuvengraver uit,
breng de graafarm omlaag, stel de parkeerrem
in werking, zet de motor uit en verwijder het
sleuteltje. Wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand zijn gekomen en laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de werktuigen, de
aandrijvingen, de geluiddempers en de motor
om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en
brandstof op.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat
verkeren en al het bevestigingsmateriaal stevig
vastzit.
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
Aanbevolen ketting
Grondketting (monteer
extra tanden voor een
hogere graafsnelheid, neem
contact op met uw erkende
servicedealer)
Grondketting
Grondketting
Combinatieketting
Rotsketting
De machine vastmaken
voor transport
Belangrijk:
U mag met de machine niet werken
of rijden op de openbare weg. Wees voorzichtig
als u de machine inlaadt op een aanhanger of een
vrachtwagen of uitlaadt.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien
van toepassing) en laat de graafarm neer.
2.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
3.
Bevestig de machine aan een aanhangwagen
met kettingen of stroppen. Gebruik de
bevestigings-/takelpunten aan de voor- en
achterkant van de machine
18). Raadpleeg de lokale vereisten inzake
aanhangers en de bevestiging van machines.
1. Voorste bevestigingspunt
1. Achterste bevestigingspunten
21
(Figuur 17
en
Figuur 17
Figuur 18
Figuur
g251915
g251916