Storing
De temperatuurindica-
tie knippert.
Er klinkt een waar-
schuwingssignaal, het
temperatuurdisplay
knippert en "Alarm"
brandt.
Temperatuur wijkt erg
af van de instelling.
Het apparaat bromt,
borrelt, zoemt, gorgelt,
klikt, of maakt knakge-
luiden.
Apparaat produceert
geluiden.
Oorzaak en probleemoplossing
Er zijn grotere hoeveelheden verse levensmiddelen in-
geruimd.
Overschrijd het vriesvermogen niet.
▶
→ "Invriescapaciteit", Pagina 42
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Druk op Alarm.
▶
a Schakel het alarm uit.
Deur van het apparaat is open.
Sluit de deur van het apparaat.
▶
Externe ventilatieopeningen zijn afgedekt.
Verwijder hindernissen vóór de externe ventilatie-
▶
openingen.
Er zijn grotere hoeveelheden verse levensmiddelen in-
geruimd.
Overschrijd het vriesvermogen niet.
▶
→ "Invriescapaciteit", Pagina 42
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Schakel het apparaat uit. → Pagina 39
1.
Schakel het apparaat na ca. 5 minuten opnieuw in.
2.
→ Pagina 38
Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de
‒
temperatuur na een paar uur opnieuw.
Als de temperatuur te laag is, controleer de tem-
‒
peratuur dan de volgende dag opnieuw.
Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen.
Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in-
of uit. Het automatische ontdooisysteem treedt in wer-
king.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Uitrustingsdelen wiebelen of klemmen.
Controleer de uitneembare uitrustingsdelen en zet
▶
ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Serviesgoed raakt elkaar.
Zet het serviesgoed verder uit elkaar.
▶
Supervriezen is ingeschakeld.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Storingen verhelpen nl
47