•
Plaats de motorkettingzaag op de grond met uw
rechtervoet in het achterste handvat. Grijp het voorste
handvat stevig beet met uw linkerhand. Zorg ervoor dat de
motorkettingzaag stabiel ligt en dat de ketting niet in
contact komt met de grond of een ander voorwerp. Grijp
daarna het starthandvat met uw rechterhand beet en trek
aan het startkoord. Wikkel het startkoord nooit rond uw
hand.
Brandstofveiligheid
WAARSCHUWING! Brandstof en
!
brandstofdampen zijn uiterst
brandgevaarlijk. Wees voorzichtig bij het
hanteren van brandstof en kettingolie.
Vergeet het brand-, explosie- en
inademingsgevaar niet.
•
Tank nooit wanneer de motor van de machine loopt.
•
Zorg voor een goede ventilatie tijdens het tanken en het
mengen van brandstof (benzine en 2-takt olie).
•
Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats
voor u de motor start.
•
Start de machine nooit:
1 Als u brandstof of kettingolie op de machine heeft
gemorst. Neem alle gemorste brandstof af en laat de
benzineresten verdampen.
2 Als u brandstof op uzelf of op uw kleding gemorst
heeft, trek schone kleding aan. Was de lichaamsdelen
die in contact zijn geweest met brandstof. Gebruik
water en zeep.
3 Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
Transport en opbergen
•
Berg de motorkettingzaag en de brandstof zo dat
eventuele lekkage en dampen niet in contact kunnen
komen met vonken of vlammen. Bijvoorbeeld elektrische
machines, elektrische motoren, stopcontacten/
schakelaars, verwarmingsketels e.d.
•
De brandstof moet in daarvoor bedoelde en
goedgekeurde tanks worden bewaard.
18 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Bij opslag van langere duur en transport van de
motorkettingzaag moeten de brandstof- en
zaagkettingolietanks worden geleegd. Vraag bij uw
tankstation of de gemeente waar u de afgetapte brandstof
en kettingolie kwijt kan.
•
Zorg ervoor dat de machine goed is schoongemaakt en
dat een volledige servicebeurt is gegeven voor een lange
periode van stalling.
•
De transportbescherming van de snijuitrusting moet
tijdens vervoer of opslag van de machine altijd
aangebracht zijn.
Algemene werkinstructies
WAARSCHUWING! In dit hoofdstuk nemen
!
we de basisveiligheidsregels voor het
werken met een motorkettingzaag door.
Deze informatie kan nooit de kennis
vervangen die een vakman via opleidingen
en praktische ervaring heeft verworven.
Wanneer u in een situatie belandt waarin u
niet goed weet hoe u verder te werk moet
gaan, moet u een expert raadplegen. Wend u
tot uw dealer, uw servicewerkplaats of een
ervaren motorkettingzaaggebruiker. Vermijd
gebruik waarvan u vindt dat u niet
voldoende gekwalificeerd bent!
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken, moet u weten
wat terugslag is en hoe dit voorkomen kan worden. Zie
instructies in het hoofdstuk Maatregelen die terugslag
voorkomen.
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken moet u begrijpen
wat het verschil is tussen zagen met de onderkant en zagen
met de bovenkant van het zaagblad. Zie instructies in het
hoofdstuk Maatregelen die terugslag voorkomen.
Basisveiligheidsregels
•
Controleer de omgeving:
-
Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw
machine niet kunt verliezen vanwege omstanders,
dieren of een andere reden.
-
Om te voorkomen dat omstanders en dieren in contact
komen met de ketting of geraakt worden door de
vallende boom en gewond raken.
Volg de hierboven genoemde punten maar gebruik de
motorkettingzaag nooit als u niet de mogelijkheid heeft om
hulp in te roepen in geval van een ongeval.
•
Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige
weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige regen,
harde wind, hevige koude enz. Werken in slechte
weersomstandigheden is vermoeiend en kan tot
gevaarlijke situaties leiden, zo kan de grond glad zijn, de
wind de valrichting van de boom beïnvloeden enz.