|
16
Bediening
5.4.1 Codering wijzigen (Parameter: 5A p)
Instelbereik: 1 tot 10
Gebruik deze parameter als u de codering na de ingebruikneming
wilt aanpassen:
B Bij installaties met een CV-circuit: Stel de codering 1 in.
-of-
B Als de regelaar een CV-circuit HK
Stel de desbetreffende codering 2 tot 10 in.
Per CV-circuit mag slechts één FR 10 per codering
worden toegewezen.
5.4.2 Configuratie CV-circuit wijzigen (Parameter: 5b p)
Instelbereik: 1 tot 3
Gebruik deze parameter als u de configuratie na de ingebruikne-
ming wilt wijzigen:
B Stel de desbetreffende configuratie in:
– 1 = Ongemengd CV-circuit zonder IPM
– 2 = Ongemengd CV-circuit met IPM
– 3 = Gemengd CV-circuit
moet besturen:
2...10
6 720 613 552 (2007/01)