BEDIENING
Veiligheidsinrichting:
Bij juiste installatie en correct gebruik van de kookplaat is slechts zelden een veiligheidsin-
richting noodzakelijk.
Ventilator: dient voor bescherming en koeling van de besturings- aan aandrijvingsonderdelen.
Hij werkt automatisch met twee verschillende snelheden. De ventilator gaat werken zodra
u de kookzones uitschakelt en werkt bij een uitgeschakelde kookplaat totdat het elektrische
systeem voldoende is afgekoeld.
Transistor: De temperatuur van de elektronische onderdelen wordt doorlopend gemeten
met een sensor. Als de temperatuur op gevaarlijke wijze stijgt, verlaagt dit onderdeel auto-
matisch het vermogen van de kookzone of schakelt de kookzones uit die zich het dichtst bij
de oververhitte elektronische onderdelen bevinden.
Detectie: pandetectie maakt de werking van de kookplaat en daarmee de verwarming mo-
gelijk. Kleine voorwerpen die op de kookzone worden gelegd (bv. een lepeltje, mes, ring ...)
worden niet herkend als pan en de kookplaat schakelt niet in.
Pandetectie in de inductiekookzone
Pandetectie is geïnstalleerd in kookplaten met inductiekookzones. Tijdens de werking van
de kookplaat schakelt de pandetectie de warmteafgifte in de kookzone automatisch in of uit
op het moment dat er een pan op wordt geplaatst, respectievelijk weggenomen. Dit zorgt
dus voor energiebesparing.
• De display toont het warmteniveau als de kookzone wordt gebruikt in combinatie met een
geschikte pan.
• Inductiekoken vereist het gebruik van aangepaste pannen met een bodem van magnetisch
materiaal (zie de tabel).
De display toont het symbool
okzone staat. De kookzone schakelt niet in. Indien binnen 10 minuten geen pan wordt
gevonden, dan wordt het inschakelproces van de kookplaat beëindigd.
U schakelt de kookzone uit met behulp van de tiptoets en niet door alleen de pan te
verwijderen.
De pandetectie werkt niet als in-/uitschakelaar van de kookplaat.
De inductiekookplaat is uitgerust met sensors die worden geactiveerd door met de vinger
een gemerkt oppervlak aan te raken (tiptoetsen).
Elke aanraking van een tiptoets gaat gepaard met een geluidssignaal.
Zorg ervoor dat u bij het in- en uitschakelen en bij het instellen van het vermogensni-
veau altijd maar één tiptoets tegelijk aanraakt. Als u meerdere tiptoetsen tegelijkertijd
aanraakt (uitgezonderd de klok en de sleutel), negeert het systeem de ingevoerde
besturingssignalen. Bij langdurig aanraken klinkt het foutsignaal.
Schakel de kookzones na afloop van het gebruik uit met de regelaar, vertrouw niet
op de pandetectie.
als er geen pan of een ongeschikte pan op de ko-
50