4.11.2 Alarm log
In het alarmlogboek kunnen tot 500 alarmen tegelijkertijd
worden weergegeven.
Een alarm dat binnen een uur opnieuw optreedt, wordt
genegeerd om het log niet te vol te maken.
Klik op een alarmrij om meer informatie over een alarm te
bekijken.
Als het een "sensoralarm" is, staat er voor verdere
probleemoplossing, onderaan de pagina een
sensorwaarde van het moment waarop dat het alarm
werd geactiveerd.
Voor alarmen gerelateerd aan de warmtepomp kunnen
waarden worden weergegeven van sensoren voor druk
(HP, LP), temperatuur (SH-Superheating) en stroom (I).
LET OP: Alleen een erkende onderhoudsmonteur mag inloggen op de optie Fabrieksinstellingen met
!
code. Ernstige problemen met de werking en storingen kunnen optreden aan het product als de
waarden worden veranderd zonder toestemming. In dergelijke gevallen geldt de garantie niet.
4.11.3 Alarmdumps
Exporteer de alarmen die in het alarmlogboek worden
weergegeven naar een USB-drive. Een dump kan bestaan
uit een of meer alarmen en specifieke waarden voor en na
dat het alarm geactiveerd werd.
4.11.4 Instellingen met code
Dit menu is bedoeld om de werkings- en alarmlimieten
van de fabrikant in te stellen. Er moet een 4-cijferige
code worden gespecificeerd om deze limieten te kunnen
veranderen. U kunt echter ook zonder enige code kijken
om te zien wat de opties van het menu zijn.
4.11.5 Snelle opstart compressor
De uitstel zorgt er normaal voor dat compressor niet
eerder start dan 10 minuten nadat de compressor is
gestopt. De uitstel wordt ook geactiveerd bij stroomuitval
of de eerste maal nadat de productie is gestart. Deze
functie versnelt dit proces. Voor "Systeemtypen" 1 tot 3,
wordt het graadminutenverlies ingesteld op de waarde
die alle warmtepompen start.
Menu: "Installateur/Service/ Alarm log" .
Menu: "Installateur/Service/Alarm dumps" .
Menu: "Installateur/Service/Gecodeerde instellingen".
99
CTC EcoLogic L/M