4.5
Ventilatie
Als het systeem een aparte ventilatie-eenheid heeft
(gespecifi ceerd in het menu "Installateur/Defi nieer/
Ventilatie"), kan een van de ventilatiemodi zoals
aangegeven met de vier ventilatorsymbolen, worden
geselecteerd en kunnen de gedefi nieerde ventilatiemodi
in het menu "Ventilatie" worden gepland.
De uitlaatventilatorsnelheid (10%-100%) voor de vier
ventilatiemodi ("Verminderd", "Normaal", "Geforceerd"
en "Speciaal") kan worden ingesteld in het menu
"Installateur/Instellingen/EcoVent".
Menu: "Ventilatie".
Alle ventilatiemodi kunnen in een schema worden
gebruikt. Raadpleeg het hoofdstuk "Weekschema" voor
meer informatie over het programmeren van schema's.
Meer informatie over het CTC EcoVent ventilatieproduct
staat in de "Installatie- en Onderhoudshandleiding".
34
CTC EcoLogic L/M