1.7
Opladen gesteente/aarde*
Als een vloeistof/water-warmtepomp (de CTC EcoPart) wordt gebruikt,
kan er in het zonne-energiecircuit een driewegklep worden geïnstalleerd
met aansluiting op het captatiecircuit (de lus in het boorgat of de
aardwarmtelus) om het gesteente/de aarde op te laden wanneer de SWW-
tank/verwarmingsbuffer volledig opgeladen is (in de fabriek ingesteld op
85°C), of wanneer de temperatuur in de zonnecollectoren niet hoog genoeg
is voor het opladen van de tank, maar wel een aanvulling kan bieden op het
captatiecircuit. Kijk in het menu "Instellingen/Zonnepanelen/Max SWW-tank
°C" of het menu "Instellingen/Zonnepanelen/Max Verwarmingsbuffer °C".
Zonnecollectoren
De zonnecollectortemperatuur moet in de fabriek worden ingesteld op
60°C warmer dan de captatietemperatuur zodat het opladen start (kijk in
het menu "Installateur/Instellingen/Zonnecollectoren/dT max. gesteente
°C"). Wanneer het verschil tussen de temperatuur in de zonnecollectoren
en het captatiecircuit daalt tot 30°C, wordt het laden gestopt. Ook als het
captatiecircuit warmer wordt dan de ingestelde waarde, zal het opladen
worden onderbroken, omdat de temperatuur voor de warmtepomp dan
te hoog wordt om te werken (zie het menu "Installateur/Instellingen/
Zonnecollectoren/Max. captatie °C").
Voor wanneer het zonne-energiesysteem werkt in de richting van het
captatiecircuit, is de flow in de fabriek ingesteld om iedere dertig minuten over
te schakelen naar het SWW-circuit (zie het menu "Installateur/Instellingen/
Zonnecollectoren/Testfrequentie min.)" om te controleren of opladen mogelijk
is, omdat het SWW-circuit altijd de hoogste prioriteit heeft. Indien mogelijk,
zal het opladen in de richting van de SWW-tank doorgaan. Anders schakelt het
laden over op het captatiecircuit.
* Uitsluitend voor CTC EcoLogic L.
16
CTC EcoLogic L/M