8.1.6
Systeemtype 1 - Zonne-energie
Zonnecollectoren
Zonnecollectoren kunnen worden aangesloten op de ketel met een
driewegklep (Y31), of op een grondverwarmingslus om het gesteente/de aarde
weer op te laden.
De pomp met snelheidsregeling (G30) en voelers B30 en B31 worden naast de
zonnecollectoren gemonteerd.
Voor het opladen van het gesteente/de aarde, worden een driewegklep (Y31),
een warmtewisselaar, een laadpomp (G31) en een terugslagklep aangesloten.
De laadpomp voor het opladen van het boorgat (G31) zorgt ervoor dat er
voldoende debiet door de warmtewisselaar is.
De pomp met snelheidsregeling (G32) en een warmtewisselaar worden
aangebracht voor het laden van het SWW.
115
CTC EcoLogic L/M