4.3
Voorbereiding en afvoer
De warmtepomp moet zo worden geplaatst dat het huis niet kan worden
beschadigd en dat het condenswater eenvoudig kan worden afgevoerd
in de grond. De basis moet van betonblokken of iets dergelijks zijn, die op
steenslag of grind staan.
• Maak een 'stenenstrook' onder de warmtepomp. Bedenk dat er in
sommige omstandigheden tot wel 70 liter condenswater per dag kan
worden afgegeven.
• Graaf een gat in de grond van 70-100 cm diep.
• Plaats een vochtwerende laag in het gat aan de zijde tegen de
fundering van het gebouw.
• Vul het gat half op met steenslag en leg er betonblokken of iets
dergelijks op.
• Markeer op juiste wijze de afstand (1155 mm) van hart op hart (h.o.h.)
tussen de blokken, zodat de voetjes van de warmtepomp er tussen
passen.
• Gebruik een waterpas om ervoor te zorgen dat de blokken waterpas
staan.
• Leg steenslag rondom de blokken om een optimale afvoer te verkrijgen.
H.o.h.-afstand 1155 mm
Vochtbarrière,
vochtbeschermende
mat
moet schuin aflopen
van het huis.
Grove steenslag,
ongeveer 70-100
cm diep.
451 mm
Betonblokken
CTC EcoAir 510M 230V 1N~
17