1
Gebruik
1.1
Inleiding
Enkel opgeleid en geautoriseerd personeel mag de mand gebruiken.
Voor gebruik :
-
Lees, begrijp en volg alle instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding en op de lift.
-
Lees, begrijp en volg alle lokale wetgevingen die van toepassing zijn.
-
Maak kennis met het juiste gebruik van alle controle en noodststemen.
1.2
Algemene beschrijving
Alle machines zijn uitgerust met :
-
Platform controlebox.
-
Grond controlebox (Overriding system) .
1.3
Werking van de bedieningspost beneden
De bedieningspost beneden is zo vervaardigd voor onderhoudshandelingen, enkel in geval van noodhulp.
-
De bedieningspost beneden is enkel ingeschakeld en actief wanneer :
• De noodstopknop van de bedieningspost beneden niet ingedrukt is.
• De activering van een bedieningspost onderaan gebeurt met een sleutelschakelaar voor de activering
van de bedieningspost ( 21 ) in de gewenste stand
-
Door de noodstopknop(pen) op iedere bedieningspost in te drukken, worden alle bewegingen stil gelegd,
inclusief de motor (indien dit het geval zou zijn).
OPM.:DE
HOOFDSPANNING
NOODSTOPKNOP (ALLEEN GEBRUIKEN IN NOODGEVALLEN) . OM DE HOOFDVOEDING VAN DE MACHINE
TE ONDERBREKEN, PLAATST U DE SLEUTELSCHAKELAAR VOOR HET ACTIVEREN VAN DE POST ( 21 ) OP DE
STAND
.
-
Er is een activeringssysteem ( 6 ) aanwezig dat geactiveerd moet worden om een of meerdere
bewegingen toe te staan. Bij gebruik van een activeringsbediening (bediening ( 6 )), wordt deze ongeldig
gemaakt indien het meer dan 8 seconden actief is zonder activering van een of meerdere bewegingen.
OPM.:DE ACTIVERINGSBEDIENING ( 6 ) MOET IN DE EERSTE PLAATS GEACTIVEERD ZIJN, VOORDAT EEN ACTIE
MET DE HENDEL OF SCHAKELAARS WORDT UITGEVOERD.
-
Alleen de hef-, daal- en rotatiebewegingen van het platform zijn mogelijk vanaf het onderste
bedieningspaneel.
-
Alle bedieningen regelen een beweging en keren automatisch terug naar neutraal wanneer ze worden
losgelaten.
-
Bij het opstarten moeten alle bedieningen in hun neutrale positie staan (niet geactiveerd).
-
Activeringsbediening (6) en Keuzeschakelaar noodgroep (17) :
• Wanneer de motor draait, werkt de selectieknop ( 6 ) uitsluitend als inschakelknop.
• Wanneer de motor is gestopt, werkt de selectieknop ( 17 ) als de inschakelknop en wordt de back-
upeenheid (noodpomp) geactiveerd.
-
Overriding system : Naar verwijzen
-
De status van de bedieningen wordt automatisch gestest bij inschakeling.
-
De lampjes ( 10 ), ( 15 ) en ( 16 ) zijn getest bij het inschakelen van de machine.
-
Wanneer de selector van de activeringsschakelaar van het bedieningspaneel ( 21 ) op het onderste en
bovenste bedieningspaneel is geplaatst, wordt de machine standaard ingeschakeld in de stand Volledig
elektrisch. Er zijn echter 2 andere standen die kunnen worden geselecteerd, indien nodig :
HA20LE - HA61LE - HA20LE PRO - HA61LE PRO
VAN
DE
MACHINE
D 4.2 - Een bediening in de gondel opslaan.
4001300080
D - Gebruiksaanwijzingen
.
NIET
AFSLUITEN
E 12.23
BIJ
GEBRUIK
VAN
NL
DE
D - 3