4.7
Systeem hellingsbeperking
Vanaf iedere bedieningspost, waarschuwt een geluidssignaal de gebruiker dat de machine niet ingevouwen
is en zich op een te grote helling bevindt.
OPM.:DE HELLINGSDETECTOR IS ENKEL ACTIEF ALS DE MACHINE NIET INGEVOUWEN IS.
Als de machine op een helling staat die steiler is dan ingevoerde helling met structuur in extentie buiten de
opbergstand :
-
De bedieningen voor TRANSLATIE en HEFFEN (OMHOOG) zijn gedeactiveerd.
De snelheden voor het afdalen nemen af.
Klap in dit geval de machine volledig in en zet de machine horizontaal op een vlakke ondergrond alvorens de
hefwerkzaamheden uit te voeren.
Om de tiltsensor op grondniveau te testen, voert u de volgende stappen uit :
Stap
1
Plaats de machine in ingetrokken positie.
Plaats de machine op een helling die steiler is dan de maximale toegestane
2
verkanting (
3
Controleer of het indicatielampje "verkanting" LED 112 is opgelicht.
4
Hef het platform op. Controleer of de beweging daadwerkelijk onderbroken is.
5
De zoemers beneden en op het platform worden geactiveerd.
4.8
Snelheidsbeperking bij verplaatsing
De kiezer van translatiesnelheden ( 45 ) op het platformbedieningspaneel, opdracht 3 snelheidsselecties
(groot, gemiddeld, klein/dalen of stijgen op helling).
Alle translatiesnelheden zijn toegestaan als de machine ingevouwen is (machine in transportstand). De
verplaatsingssnelheden zijn proportioneel door middel van de schakelaar ( 33 ). Pas de positie van de
pendelas aan om het gezichtsveld tijdens het rijden te verbeteren.
Ongeacht de positie van de kiezer van translatiesnelheden ( 45 ) op het platformbedieningspaneel
bovenaan, is de translatiesnelheid beperkt wanneer de machine niet is ingetrokken.
Controleer dagelijks of de snelheid beperkt is tot minimum 1 km/h (0.6 mph) wanneer :
-
De mast meer dan 10° boven de horizontaal staat.
-
De mast meer dan 400 mm (16 in) uitgetrokken is.
-
De arm meer dan 2 m (6 ft 7 in) boven de horizontaal staat.
Wanneer de machine op een helling staat in samengevouwen positie, kan de verplaatsingssnelheid worden
verminderd op basis van de hellingshoek van de helling.
Indien de machine niet in de lage stand staat, kunt u uitsluitend gebruik maken van de
microsnelheid. Naar verwijzen
4.9
Boordelektronica
De machines zijn voorzien van een specifiek op de werking van de machine ingestelde computer.
Wissel de computers van de machines niet om, dit kan het verlies van parameters, instellingen en ijking van
de machine veroorzaken.
HA20LE - HA61LE - HA20LE PRO - HA61LE PRO
Controleer de hellingsdetectoren
B 4.1 - Technische kenmerken) .
B 4.1 - Technische eigenschappen.
4001300080
C - Controle vóór gebruik
Handeling
E 12.23
NL
C - 13