4
Functionele veiligheidscontroles
Om de gebruiker en de machine te beschermen, verhinderen de veiligheidssystemen iedere beweging van
de machine buiten de werkingslimieten. Wanneer deze veiligheidssysteem geactiveerd zijn, is de machine
geïmmobiliseerd en iedere extra beweging wordt verhinderd.
De gebruiker moet vertrouwd zijn met deze technologie en begrijpen dat het hier niet handelt om een
defect maar om een indicatie dat de machine de werkingslimiet bereikt heeft.
De hoogtewerkers zijn uitgerust met twee bedieningsposten waarmee de gebruiker de machine in alle
veiligheid kan gebruiken. Er is een hulpvoorziening (Overriding systeem)op het onderste bedieningspaneel
waarmee in noodgevallen personen gered kunnen worden met een hoogwerker.
De volgende inspectie beschrijft het gebruik van de machine en de specifieke vereiste bedieningen.
Voor de plaatsing en beschrijving van deze bedieningen :
bedieningspaneel en B 3.3 en D 3 - bovenste bedieningspaneel.
4.1
Bedieningen noodstop knoppen
Stap
1
2
3
5
6
7
Stap
1
2
3
4
5
4.2
Activering van de bedieningen
De activatieschakelaar (C42) moet geactiveerd worden om alle bewegingen mogelijk te maken.
De activatieschakelaar moet geactiveerd worden om alle bewegingen mogelijk te maken.
Het systeem van de "activatieschakelaar" is afhankelijk van de configuratie van de machine en bestaant uit
een van de volgende onderdelen :
C - 10
Noodstopdrukknop bedieningspost beneden
Trek aan de E-stopknop ( 9 ) op de grondcontrolebox.
Plaats de sleutelschakelaar ( 21 ) van de bedieningspost beneden op stand
De LED ( 10 ) brandt op de bedieningspost beneden.
Druk op de noodstopdrukknoppen ( 9 ).
Controleer of het scherm gaat uit.
Controleer of er geen bewegingen functioneel zijn.
Noodstopdrukknop bedieningspost boven
Trek de noodstopdrukknoppen ( 9 ) op de bedieningsposten beneden en ( 46 ) op de
bedieningspost op het platform.
Plaats de sleutelschakelaar ( 21 ) van de bedieningspost beneden op stand
De LED ( 13 ) brandt op de bedieningspost beneden.
Druk de noodstopknop ( 46 ) op de bedieningspost boven in.
Controleer of er geen bewegingen functioneel zijn. De controlelampjes gaan uit.
4001300080
HA20LE - HA61LE - HA20LE PRO - HA61LE PRO
C - Controle vóór gebruik
Handeling
Handeling
E 12.23
zie Sectie B 3.2 en D 2 - Onderste
NL
.
.