Problemen met Windows 98 en Windows ME oplossen
In deze sectie voor het oplossen van problemen wordt ervan uitgegaan dat u de volgende
taken hebt voltooid:
■
U hebt gecontroleerd of de printer is aangesloten, is ingeschakeld en is aangesloten
op een actief netwerk.
U hebt een Phaser-printer PCL-printerstuurprogramma of een PostScript-
■
printerstuurprogramma geïnstalleerd.
■
U hebt gecontroleerd of de printer netwerkverkeer ontvangt door de LED's op de
achterzijde van de printer of op de externe CentreDirect-printserver te bekijken. Wanneer
de printer is aangesloten op een functionerend netwerk en verkeer ontvangt, is de
verbindings-LED groen en knippert de oranje verkeers-LED snel.
■
U hebt een recent exemplaar van de configuratiepagina afgedrukt en bij de hand.
Ga naar
Documentatie/Functies/Voorpaneel
voor informatie over het gebruik van het voorpaneel of het afdrukken van een
configuratiepagina.
Instellingen controleren
1.
Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving en kies
Eigenschappen.
2.
Klik op het tabblad Configuratie. Er verschijnt een lijst met geïnstalleerde
netwerkonderdelen voor de volgende elementen:
■
Client voor Microsoft-netwerken
■
Xerox TCP/IP-poortmonitor
3.
Als u CentreWare DP gebruikt, controleert u het volgende:
■
Novell Networks: Novell IntraNetWare Client of Microsoft Client voor IPX-
netwerken moet worden gestart.
■
TCP/IP-netwerken: er is geen aanvullende software vereist, maar er moet een geldig
TCP/IP-adres zijn toegewezen aan de printer.
4.
Als een van de bovenstaande protocollen of services niet is geïnstalleerd, installeert u de
benodigde onderdelen en start u het systeem opnieuw op. Nadat het systeem opnieuw is
opgestart, keert u terug naar dit document.
5.
Klik achtereenvolgens op Start, Instellingen en Printers. Het venster Printers
wordt geopend.
6.
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen.
7.
Selecteer het tabblad Details.
8.
Controleer het volgende:
a.
De naam van het printerstuurprogramma in de lijst Dit stuurprogramma gebruiken.
Selecteer of installeer zo nodig een nieuw printerstuurprogramma.
b.
De poortnaam in de lijst Afdrukken naar de volgende poort. Selecteer zo nodig de
juiste naam.
9.
Verzend een afdruktaak naar de printer. Als de printer niet afdrukt, gaat u naar Technische
help PhaserSMART op het tabblad Problemen oplossen van het Windows-
printerstuurprogramma of naar www.xerox.com/office/support.
op de Cd-rom met gebruikersdocumentatie
Phaser™ 4500-laserprinter
3-31
Windows 98 en Windows ME