De installatie van het stuurprogramma controleren
1.
Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op Mijn netwerklocaties en kies
Eigenschappen.
2.
Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en kies Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad Algemeen. Controleer in de lijst van geïnstalleerde
netwerkprotocollen of TCP/IP is geïnstalleerd. (Neem contact op met de
netwerkbeheerder voor meer informatie.)
4.
Als niet alle onderdelen worden weergegeven, klikt u op Installeren om de niet-
weergegeven onderdelen te installeren en start u de computer opnieuw op.
5.
Klik achtereenvolgens op Start, Instellingen en Printers.
6.
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen.
7.
Klik op het tabblad Geavanceerd. Controleer of het juiste printerstuurprogramma is
geïnstalleerd.
8.
Klik op het tabblad Poorten. Controleer of het IP-adres in de lijst Afdrukken naar de
volgende poort gelijk is aan het IP-adres op de configuratiepagina. Mogelijk moet u op de
knop Poort configureren klikken om het IP-adres te zien. Indien nodig selecteert u het
TCP/IP-nummer voor uw printer opnieuw.
Een testpagina afdrukken
1.
Klik op het tabblad Algemeen.
2.
Klik op Testpagina afdrukken. Als de testpagina niet wordt afgedrukt, gaat u op een
van de volgende manieren te werk:
Selecteer Technische help PhaserSMART op het tabblad Problemen oplossen van
■
het Windows-printerstuurprogramma om technische ondersteuning bij PhaserSMART
op te vragen.
■
Ga naar de website: www.xerox.com/office/support.
Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003
Phaser™ 4500-laserprinter
3-22