CTC
Enkel onderladen
Enkel onderladen betekent dat de warmtepomp nooit
overschakelt en de bovenste tank verwarmt (laden SWW).
Dit wordt alleen voorzien door de elektrische weerstand.
In de zomermode, dus wanneer de buitentemperatuur
boven de limiet (Verwarming uit, buiten) is, kan de
warmtepomp echter wel water naar de bovenste tank
sturen.
WP max SWW
Wanneer Enkel onderladen is geselecteerd, wordt de
functie "SWW verhogen" geopend.
•
"Ja" betekent dat de warmtepomp de
temperatuur van de verwarmingen volgt bij drie
maal opstarten. Als de warmtepomp voor de 4e
maal opstart, werkt de warmtepomp totdat deze
"maximumtemperatuur warmtepomp" bereikt.
"Nee" betekent dat de warmtepomp altijd de
•
temperatuurbehoefte van de verwarmingen
volgt.
Droogfunctie
Geldt voor Verwarmingskring 1. Droogperiode
voor nieuwbouwwoningen. De functie beperkt de
berekening van de vertrektemperatuur (setpoint)
voor "De verwarmingsinstellingen van uw huis"
tot het onderstaande schema.
Mode 1 - Droogperiode gedurende 8 dagen
1. Het setpoint van de radiatorkring is ingesteld
op 25°C gedurende 4 dagen.
2. De ingestelde waarde "Temperatuur
droogfunctie °C" wordt gebruikt op dagen 5-8.
(Vanaf dag 9 wordt de waarde automatisch
berekend volgens "De verwarmingsinstellingen
van uw huis").
Mode 2 - Droogperiode gedurende 10 dagen +
verhoging en verlaging in stappen
1. Start met verhoging in stappen: Het setpoint van de
radiatorkring is ingesteld op 25°C. Het setpoint wordt
daarna iedere dag verhoogd met 5°C totdat het gelijk is
aan de "Temp droogperiode °C".
De laatste stap kan kleiner dan 5 °C zijn.
2. Droogperiode gedurende 10 dagen.
3. Verlaging in stappen: Na de verhoging in stappen en 10
dagen op een gelijke temperatuur, wordt de temperatuur
van het setpoint in stappen van 5°C per dag verlaagd tot
25°C .
De laatste stap kan kleiner dan 5°C zijn.
(Na het verlagen in stappen en één dag op het setpoint
van 25°C, wordt de waarde automatisch berekend
volgens "De verwarmingsinstellingen van uw huis").
Mode 3
In deze modus start de functie met "Modus 1",
gevolgd door "Modus 2" en tenslotte door "De
verwarmingsinstellingen van uw huis".
Droogperiode temp °C
Hier stelt u de temperatuur in voor "Mode 1/2/3" zoals
hierboven te zien is.
46
Nee (Nee/Ja)
Nee (Ja/Nee)
65
60
55
50
45
40
35
1.
30
25
20
1
2
Voorbeeld van Modus 1 met de ingestelde waarde "Temp
Uit (Uit/1/2/3)
droogperiode °C": 38.
65
60
55
50
1.
45
40
35
30
25
20
1
2
3
4
Voorbeeld van Mode 2 met de ingestelde waarde voor "Temp
droogperiode °C": 37.
Voorbeeld Temperatuur droogperiode dag 1 van 12 met actueel
instelpunt van 25°C.
Droogperiode mode
Deze menubalk wordt getoond voor Verwarmingskring
2-* als een verwarmingsmodus (1-3) is geselecteerd in
het menu "Droogperiodemodus".
De optie "Aan" houdt in dat de droogperiodemodus die
voor Verwarmingscircuit 1 geselecteerd is, ook uitgevoerd
25 (25...55)
gaat worden voor de geselecteerde verwarmingskring*.
Mengklep 50%
De menubalk wordt getoond voor warmtesysteem 2.
Selectie "Aan" betekent dat de shuntklep op 50% wordt
gezet als er geen warmtevraag is in warmtesysteem 1.
2.
3
4
5
6
7
8
9
en zo verder...
2. 10 dagen
5
6
7 8
9
10
11 12 13 en zo verder...
Dag
3.
Uit (Uit/Aan)
Uit (Uit/Aan)