11.5 12/24-uurssysteem
In dit menupunt kunt u de tijdweergave wijzigen tussen het 12- en 24-uurssysteem.
Druk eenmaal op de toets "Set" (b), om naar de instellingen te gaan. Wanneer
u in de instellingen bent, druk dan herhaaldelijk op de toets „Menü" (d) totdat u
bij het gewenste menupunt bent aangekomen.
Druk op de toets „Menü" (d) om te wisselen tussen weergave „12H" of „24H".
Gebruik de toets „Set" (b) of „Unit" (c) om de instelling te wijzigen.
Druk vervolgens op de „Menutoets" (d), om de instelling te bevestigen en naar
de volgende instelmodus te gaan, of houd de toets „Set" (b), ingedrukt om de
instelmodus te verlaten.
11.6 Tijd instellen
In dit menupunt kunt u de tijd instellen.
Druk eenmaal op de toets "Set" (b), om naar de instellingen te gaan. Wanneer
u in de instellingen bent, druk dan herhaaldelijk op de toets „Menü" (d) totdat u
bij het gewenste menupunt bent aangekomen.
Druk herhaaldelijk op de toets „Menü" (d) totdat de weergave voor uren (3)
knippert.
Gebruik de toets „Set" (b) of „Unit" (c) om de instelling te wijzigen.
Druk op de toets „Menü" (d), om de instelling voor uren te bevestigen en over
te schakelen naar de instelling voor minuten. De minutenweergave begint te
knipperen.
Druk vervolgens op de „Menutoets" (d), om de instelling te bevestigen en naar
de volgende instelmodus te gaan, of houd de toets „Set" (b), ingedrukt om de
instelmodus te verlaten.
64